Auteur: The Socialist
Herbert is een grote jongen, de baas van het schoolplein. Herbert zit al heel lang op school, zo lang dat niemand precies weet wanneer hij voor het eerst op school kwam. Maar Herbert is geen beroerde jongen. Hij mag er dan woest uitzien van buiten, maar van binnen is hij zachter dan zacht, een echte goedzak. Herbert heeft daardoor dan ook een vreemde aantrekkingskracht op nieuwelingen op het schoolplein. Hij mag er dan al een behoorlijke tijd zijn, hij deelt zijn ervaring graag met anderen, en dan in het bijzonder nieuwelingen.
Vanzelfsprekend is Herbert niet de enige baas van het schoolplein. Zijn beste vrienden laat hij rustig mee heersen over het schoolplein, maar alles gebeurt vredig. Naast Herbert en zijn vrienden zijn er nog enkele kleine groepjes oudere leerlingen, maar zelden is er een ruzie. Mocht er een ruzie zijn, dan wordt deze altijd snel en discreet opgelost en kan men rustig weer doorgaan met heersen over het schoolplein.
Maar Herbert is nu al zo lang de baas dat langzaam maar zeker iedereen naar zijn groepje toestroomt. De andere groepjes verdwijnen omdat die van school af gaan, maar Herbert blijft en alle nieuwelingen stromen naar hem toe. Zo is op den duur maar één groep overgebleven; die van Herbert. Opzich geen probleem aangezien Herbert nog altijd de zelfde vriendelijke jongen is die er alleen maar groot en woest uitziet. Wat echter wel een probleem is, zijn de nieuwe beste vrienden van Herbert. Deze zijn namelijk niet zo vriendelijk en denken de waarheid te allen tijde in pacht te hebben, hoewel ze pas geleden nog de nieuwelingen waren.
Zodra er enkelen opstaan om zich tegen de vrienden van Herbert te verzetten ontbrand ook Herbert in woede. Híj is de baas, en niemand anders, zo denk hij. Met veel moeite heeft hij de andere groepen verdreven en nieuwelingen tot zich getrokken, maar nu gaan de andere oudere leerlingen zich tegen hem verzetten. Ieder initiatief om de grote groep van Herbert teniet te doen stuit op hevige tegenstand en er vallen zelfs klappen. Het schoolplein is geen gezellige plaats meer en scheld- en vechtpartijen zijn er aan de orde van de dag. Leerlingen mogen niet meer de lokalen in want ze worden geweerd door Herbert en z’n vrienden. De ware aard van Herbert is duidelijk geworden; hij is machtziek en doet er alles aan om zijn ziekte te voeden.
Maar zodra een volk onderdrukt wordt komt ze in opstand. Als Herbert en z’n vrienden op een dag het schoolplein op komen staat een grote groep hen op te wachten. Oudere leerlingen en nieuwelingen welke Herbert eens als aanhangers had zijn klaar om met hem op de vuist te gaan. Wat zal Herbert doen? Zijn macht verkleinen of met de mensen op de vuist gaan?