Auteur: Gunnar Andersson
Er was eens lang, heel lang gleden een stad dat pompoen-stad noemde, natuurlijk, zoals je al kan raden, woonde er alleen maar pompoenen. Het was een rustige, fijne handelsstad tot ooit eens de verschrikkelijke “Ik-Wil-Alles”pompoen er in kwam wonen. Hij kocht alle pompoenenshopjes op tot er nog maar één overbleef, de pompoenshop van “eerlijke”pompoen. Die vond het niet kunnen dat die verschrikkelijke pompoen alles opkocht, en stapte naar het Parlement. Maar natuurlijk, zetelde daar alleen handlangers van de verschrikkelijke pompoen, Dus kreeg die eerlijke pompoen een idee: “Wat als ik nou eens die verschrikkelijke pompoen eens ging afknallen?” En natuurlijk kreeg de Verschrikkelijke pompoen het te horen en bedacht eveneens een plan: “Een paar kogeltjes en een bom of twee zal wel genoeg zijn zeker?” En de verschrikkelijke pompoen voerde zijn plan uit, En de arme pompoen ging sneller falliet dan Griekenland. Toen was heel pompoen-stad verloren en noemde de stad: Eigendom van Ik-Wil-Alles pompoen.