Auteur: Car-Dealertje
Op donderdagavond 8 juni om 20.00 ‘s avonds was het dan zo ver. Ik stapte in de bus richting Aubignan in Frankrijk. Een dorpje, gelegen tussen Orange en Carpentras. Er reden twee bussen, de eeste zou vertrekken uit Apeldoorn en de andere kwam uit Goor. De twee bussen stopten in Eindhoven, waar vandaan we gezamenlijk verder zouden reizen naar Frankrijk. Omdat er ‘s nachts gereden is heb ik weinig van de reis meegekregen.
‘s Morgens om 8 uur kwamen we aan in de buurt van Dijon, waar de Echte Bakkers uit Twente ons een ontbijt aanboden. Eerst met onze duffe gezichten maar even koffie halen bij “La Boutique” bij de parkeerplaats. Al snel werd duidelijk dat Frankrijk toch een ander kaliber bergen had dan ik gewend was (Ik ben nog nooit verder geweest dan Luxemburg). Enorme reuzen van bergen rezen uit de grond.
De tweede stop overdag was in de buurt van Lyon. Even rustig naar het toilet was onze gedachte, want in de bus is het ook niet wat, maar al snel kwamen we erachter dat de Fransen de nogal eigenaardige gewoonte hadden om geen wc-bril op de pot te hebben. Ik en mijn twee vrienden keken elkaar verward aan, waar twee seconden later in koor werd gesproken: “F*ck it, we moeten gewoon.”
De laatste stop overdag was in Aubignan, de plek van bestemming. Het was de bedoeling om rond half 5 ‘s middags daar aan te komen. gelukkig voor ons was het half 2 ‘s middags toen we aankwamen. Vanaf het vakantiepark kon je de Mont Ventoux zien liggen. Je hebt overal om je heen wel bergjes, maar toch is die kale berg een pukkel in het landschap, één met een gele kop.
Nadat we de bus zijn uitgestapt hadden we RTV Oost direct om ons heen hangen, gezellig die media om ons heen. Onze spullen uit de bus sjouwen waarna we richting een grote tent gingen wat werd omgedoopt tot het Join4Energy-huis. Hier konden we bier, cola, sinas, flessen water, rode wijn, witte wijn en rosé kopen voor maar 1 euro! Op het moment dat ik het bier in mijn handen kreeg moest ik erg denken aan mijn standplaats van Miniconomy: Kronenb(o)urg.
Die middag heb ik nog lekker bij het zwembad liggen zonnebaden. Het was buiten 32 graden, het zwembad was 21 graden, dus ijskoud voor ons gevoel. Terug bij het huisje zijn we door gegaan naar het avondeten in de tent, waarna de rest weer verder ging met bier drinken. Helaas voor mij had ik weer eens last van mijn maag.
Op dag twee ging om 7 uur ‘s morgens de wekker, omdat we om half 8 gingen eten. Om 10 uur was het zover en was de training om de spieren los te maken voor de volgende dag. Het was een leuke afstand van ruim 40 kilometer door de mooie Franse omgeving. Vrij snel werd duidelijk dat er geen associaler volk bestaat dan het Franse volk. Auto’s die bijna vol op ons in reden, luid (geïrriteerd) toeterend langs ons heen rede, of expres met je brommer zo ver naar links gaan dat je bijna frontaal op elkaar botstw of dat de sturen in elkaar kwamen te zitten was aan de orde van de dag.
Op dag drie was het dan zover. De Mont Ventoux beklimmen, een beklimming van 21,7 kilometer, constant omhoog. Het goede nieuws, om 5.45 uur ging de wekker (en dat voor ‘n zondag, voor het goede doel). Om 6.15 was het ontbijt, om 6.45 zaten we op de fiets richting Bédion, het stadje wat op ruim 20 kilometer lag van het park. Nog een keer maar even goed je benen los fietsen.
Toen was het moment aangekomen, het bord van 0 KM dat onderaan staat aan de berg. Veel publiek, het startschot werd gelost (geschreeuwd) waarna we begonnen met fietsen. De eeste 3 kilometer ging redelijk makkelijk, maar daar was het stijgingspercentage ook nog maar maximaal 2,7 procent.
De volgende 4 kilometer werd het al wat lastiger, een stijgingspercentage van gemiddeld 5 tot 6 procent. In het bos (na 7 kilometer) begon het echte werk, een stijgingspercentage van ruim 9 tot 10 % voor de komende 14 kilometer.
Nadat we de eerste post voorbij waren gekomen voor drinken had ik wel behoefte aan een energy-gel-stoot. Op dat ogenblik kwam Rob Harmeling (Ex-Prof) naast mij fietsen om even te vragen hoe het ging. Ik vertelde hem dat het wel redelijk ging. Ondertussen was ik aan het stoeien met het pakje, Rob kwam dichter bij me fietsen (steeds meer naar rechts), totdat ik met mijn voorwiel in de berm kwam. Ik erachteraan natuurlijk, lag ik daar. Snel weer opstaan, de energystoot naar binnen werken, een kwart liter water erachteraan en weer op de fiets.
Na een kilometer of 14 verlaat je het bos op de Mont Ventoux, waar het een kaal, maanachtig landschap wordt. Het uizicht is geweldig! Na 17 kilometer was de laatste post voor het drinken. Scherpe bocht naar links en de laatste kilometers begonnen! De top van de berg met de mooie mast erbovenop was ook duidelijk zichtbaar. Geen slecht weer, zoals veel deelnemers vorig jaar hebben meegemaakt.
De Mont Ventoux staat bekend om het onstuimige winderige weer aan de top. Het was dit jaar echter bijna windstil en ruim 30 graden en op een maanlandschap zonder bomen is dat behoorlijk zweten. Hierop besloot ik nog even een paar slokken te drinken, maar de mensen bij de laatste post hadden vele flessen niet goed dicht gedaan waardoor ik een halve liter water over mij heen kreeg. Na alle duivels uit de hel te hebben gevloekt pakte ik maar mijn tweede bidon.
Op de laatste 3 kilometer heb ik mijn fietsmaatje Vincent maar ingehaald, deze was het er niet mee eens en wilde de versnelling inzetten. Maar aangezien hij de eerste 17 kilometer al zoveel had gegeven ging dit hem niet lukken. De laatste kilometers. Ik had expres nog niet op de klok gekeken. Mijn verwachting zou zijn als 50ste ongeveer binnen te komen. Ik had sterk het vermoeden dat dit juist zou zijn, want onderweg ben ik door vele personen ingehaald van de stichting.
De laatste bocht, een haarspeldbocht, waarna je de leuke keuze hebt voor de linker- of rechterkant van het muurtje, een lastige keuze want je kunt de absolute top niet zien. Ik heb gekozen voor links, de juiste keuze. Met nog een persoon naast mij zetten we de eindsprint in, als een echte renner van de Tour de France bereik ik de eindstreep met twee handen in de lucht. Veel suporters die mee zijn gereisd klappen en juichen.
Snel komt de persoon naar mij toe van de registratie die boven zijn gekomen. Mijn officiële tijd; 1 uur en 54 minuten. Redelijk netjes, onder de twee uur. Maar wat mij nog niet was opgevallen was dat ik als vierde was boven gekomen. Na even twee minuten tot rust komen werd het duidelijk hoe prachtig het uitzicht is. Het was helder weer en dan kun je een behoorlijk eind kijken. In de verte waren nog meer bergen te zien, met sneeuw (Later bleken dit de Alpen te zijn).
De afdaling mocht ik niet maken, in verband met verzekering enzovoorts. Dus gezellig met het busje naar beneden. Beneden aangekomen was er nog een hele dag voor mij, mijn ogen vielen dicht dus ben ik in bed gaan liggen. Om 8 uur werd ik wakker, waardoor ik dus gelijk kon eten in de tent. We hebben gefeest tot 3 uur ‘s nachts, maar de volgende morgen ging de wekker wel weer om half 7 uit bed om om 8 uur in de bus richting Nederland te zitten!