De frustratie van de inflatie

Auteur: Le Vainqueur

Inflatie is iets wat constant aanwezig is in onze economie. Misschien wel hyperinflatie, maar de conclusie is dat er sommigen zich aan ergeren.

In het begin van elke handelsperiode begint elke burger met een bedrag van 1000 ISH. Het budget is zeer waardevol en de prijzen zijn hoog. Hoe langer de periode vordert, hoe lager de prijzen door industrialisatie, lagere productiekosten en grotere investeringen. De winstmarges worden groter, en men stapelt al gauw gigantische bedragen op als budget. Wat is 1000ISH dan nog waard? Volgens de ene observatie is 1000ISH niet veel meer waard, aangezien er zodanig veel ISH in het economisch systeem zit dat de waarde gigantisch gedaald is.

Als twee personen elk 1000 ISH bezitten, is dit veel waard. Als persoon B 10000 ISH bezit, is de waarde gedaald voor beiden. Met andere woorden, niks doen met geld laat je geld waardelozer worden.

De andere observatie, waarmee we kijken naar de kosten van producten, zien we dat de waarde stabiel is. Met 1000 ISH kun je aannemelijk meer kopen later in de periode dan in het begin. Welke van de twee observaties zijn juist? Het antwoord is eenvoudig: beiden.

Maar wat heeft dat nu te maken met frustratie? Niet veel, want er is in feite wel een hyperinflatie in een handelsperiode, maar toch ook weer niet. Maar als we kijken over meerdere rondes, dan merken we dat er wel degelijk inflatie is. Bedragen worden groter en groter, maar de lonen en salarissen blijven het zelfde. En daar ligt de frustratie.

Arbeid wordt niet beloond in dit spel, en daar schuilt juist de grootste moeite in. Zouden we dit moeten bekijken, of is dit nu eenmaal een handelsspel?