Enkele dagen voor het begin van deze 147ste handelsperiode ging op zoek naar een goed gesprek met één van de weinige bewoners van de Federatie die al voorzichtig de afgekoelde resten van de laatste vulkaanuitbarsting aan het aftasten waren. Mijn oog viel op Plastic dame, een interessant profiel waar ik hoopte een boeiende conversatie mee te hebben.
Veel verder dan een begroeting kwam ik echter niet, zodra de TMC-perskaart om mijn nek haar opviel riep ze namelijk opa brompot erbij, die mij toelichtte dat hij liever zelf mij te woord stond dan zijn nichtje. En dus spendeerde ik een aangenaam uurtje in Kronenburg op één van de eerste terrasjes die alweer uitgestald werden in zijn gezelschap…
Hij opent het gesprek meteen duidelijk.
“Ik vind niet dat mijn nicht in de krant mag komen zonder dat je mij eerst geïnterviewd hebt. Als de vragen meevallen kan ik naderhand nog bepalen of het kan voor haar of niet.”
Uw reporter weet hier zo snel geen antwoord op, maar dat hoeft ook niet, aangezien de Kronenburger op leeftijd vlotjes verdergaat.
“Ik wou eigenlijk gaan uitrusten vanaf deze handelsperiode, het is veel te vermoeiend voor mij om elke periode opnieuw mee te draaien. Daarom heb ik tijdens de laatste geen producten gemaakt, maar ze enkel gestolen,” vertelt hij, duidelijk trots,”om ze daarna tegen goedkope tarieven door te verkopen.”
Ik beaam dat een beetje rust op zijn tijd wel heilzaam kan zijn, maar opa brompot gaat alweer verder.
“Federal Researcher wou me bestempelen als fraudeur, omdat ik volgens hem verkocht met verlies. Maar euh, ik steel en verkoop goedkoop?”
Mijn enige respons is dat hij toch wel enige Digitaliaanse trekjes vertoont dan, en hij lacht begripvol.
“Dat komt omdat mijn familie uit Digitalië komt. Mijn overgrootmoeder, die is geboren in El Peso, kort na de oprichting van de Federatie, ik heb nog wel iets van haar in mijn genen zitten. Plastic dame is echter de brave in de familie…”
Ons gesprek krijgt duidelijk een andere wending als opa brompot’s ogen afdwalen naar het verleden, en dus gooien we het ook over die boeg als hij praat over de Federatie zoals die ooit was.
“MC Radio, weet je dat nog? Toen is er een spotje van opa brompot op de radio geweest.”
Zijn bijna trotse lachje dat volgt nodigt uit om hierover door te vragen.
“Hah, dat was om een vrouw te zoeken voor mij, en toen vroeg ik elke keer het Smurfen-lied aan! In Digitalië hadden ze er na een tijdje genoeg van, dan kreeg ik vreemde berichten thuis. “We zijn dat kotsmoe gehoord, als je dat nog eens aanvraagt schieten we je af!”.
De oudere heer laat het duidelijk niet aan zijn hart komen en lacht eens smakelijk om de commotie die hij veroorzaakte. De lach vervaagt een beetje als ik vraag naar de rest van zijn familie, maar er blijft toch een vonk van over als hij weer vertelt.
“Ik ben een heel pak namen alweer vergeten, en zelfs hoeveel het er waren, dat kan ik me op dit moment niet meer goed herinneren… Opa is dan ook al erg oud. Ik weet nog dat ik met sugarfree speelde. Ik had zo een verroestte oude rolstoel en sugarfree ging daar in zitten, ik duwde en nuja…”
Hij vervalt weer in een korte stilte en spreekt dan weer, iets zachter.
“Maar dat is lang geleden… kindertijd… Dat was nog met neuroman en dara, en basick bv. En sugarfree natuurlijk. In de tijd dat er in Digitalië nog drie steden waren, El Peso, Monapoli en Tripolire. En die grote spelers beschoten me altijd.. Faillissementen die je nu niet meer ziet, en al zo snel in de handelsperiode, dat geloof je niet!”
Het is even stil, en ik besluit om toch maar terug te keren naar het heden, of zelfs de toekomst.
Op de vraag of er nog dingen in de Federatie zijn waar hij naar uitkijkt is opa brompot duidelijk: “Nieuwe dingen. Nieuwe spelers. Meer handel. Hoe meer inwoners er zijn, hoe meer werk de Federals hebben, hoe meer ik kan sjoemelen zonder dat ze het opmerken.” Een smakelijke lach volgt ook dat statement, waarna hij er guitig aan toevoegt: “Maar dat mag het CBI en Federal Researcher nog niet weten hoor!”
Als ik pols naar waar hij op doelt gaat hij zonder aarzelen verder, met een flair die je een jonge Indiana Jones zou meegeven. Het geeft ons een blik op de jongeman die opa brompot ooit was.
“In de oude tijd kreeg ik voor elke handelsperiode een mail van het CBI. Dat ik op het randje aan het balanceren was, en dat ze nauwlettend mijn doen en laten in het oog hielden.”
Die waarschuwingen zijn voor deze oude knar duidelijk een ereteken.
“Het was leuk om zo te leven en weten dat ze je in de gaten hielden, dan kan je er zo net niet overgaan, en wanneer de aandacht verslapt… Mijn nichtje is te braaf, die doet alles volgens de regels.Het is jammer dat er zo weinig vernieuwende dingen komen, en dat er steeds minder mensen hier komen wonen.”
Zijn daar oplossingen voor, vraag ik me luidop af?
“Als er nieuwe leuke dingen bijkomen, trekt dat vanzelf nieuwe mensen aan.”
Opa is er duidelijk de man niet naar om zich door geld of roem te laten definiëren, als ik vraag wat hij zelf zijn grootste prestatie vindt moet hij een laatste keer hartelijk lachen.
“Ik ben gepensioneerd, dan maakt veel winst niet uit. Ik blijf hier voor de fun en ik handel aan kostprijs, met zo weinig mogelijk winst…” Hij bedenkt zich na een korte aarzeling. “Met net genoeg winst, zodat er geen klachten komen van het CBI…”
Hij kijkt naar Plastic dame die het materiaal voor haar woning en winkel van de boot aan het halen is.
“Mijn nichtje is bekender voor de grote omzet… Die zit altijd in de top 3 op dat vlak, als ze actief meedoet.”
Hij excuseert zich, en met zijn wandelstok wandelt hij langzaam naar zijn nichtje toe. Langzaam, maar met de tred van iemand die het gewend is met veel energie door het leven te gaan.
Ik kwam naar Kronenburg op zoek naar een boeiend gesprek, en dat heb ik gekregen ook.