Hoofdredacteur of niet, druk of niet, tijd of niet, er is vanalles fout en ik zal het eruit sleuren, al moet het uit Het Hol van de Rat!
Ik kan niet genoeg hameren op de luiheid die ons allemaal in zijn greep heeft.
Elke handelsperiode opnieuw komen we terug naar de Federatie, vegen de as van de vulkaanuitbarsting van de bureaus die nog rechtstaan en gaan drie weken aan de slag.
Tien jaar geleden wou “aan de slag” nog zeggen dat er werd gevochten om producten te kunnen handelen, dat onderhandelingen in minuten gevoerd werden want “time was money” en dat de burgervader van elke stad zijn handen vol had om alles in goede banen te leiden.
Vandaag de dag wil het doorgaans zeggen dat we op een kalme zaterdag binnen komen gewandeld (lopen en sprinten is toch zo vermoeiend), op het prikbord in de Gemeente kijken wat er nog niet gehandeld wordt en dan schoorvoetend een kavel of twee gaan oppikken om eraan te beginnen.
Of wat te denken van de ervaren inwoners, die wel stipt op het openingsuur ter plaatse zijn, maar luid verkondigen dat het een kalme periode voor hun wordt, een schuur optrekken en dan beginnen klagen dat ze alle materiaal voor hun toeristenzooi nog niet kunnen kopen.
De bureaucraten pennen nieuwe wetten en negeren de oude, burgervaders doen een dutje in hun bestofte kantoren, Officers doen nauwelijks hun ronde en de criminelen doen zelfs de moeite niet meer zich in de schaduwen te verbergen.
Is dit waarom we elke handelsperiode terugkomen en uit de restanten van een alles verwoestend natuurfenomeen elke maand weer een winkel, een stad, een land uit de grond stampen?
Een groot schrijver zei een goede eeuw geleden: “Sire, er zijn geen Belgen.”
Hij had het niet enkel over de verdeeldheid tussen Nederlands- en Franstaligen, maar over de attitude van de inwoners van het land aan de Noordzee.
En als ik nu rondkijk in de Digitaliaanse, Cyberische en Virtuaanse steden, en zelfs in het relatief jonge Ibisha, dan snap ik wat hij bedoelde.
Waar zijn de gepassioneerde regeringsleiders, die als een herboren Willem van Oranje of Pieter de Coninck hun eigen vlaggen zwaaien en de grote rivalen aan de overkant het angstzweet bezorgen?
Wie bemant de handelsbarricaden en preekt als een jonge Daens de revolutie tegen de stagnatie?
Welke held staat op en doet het bloed van Jan Breydel en Piet Heyn, Artevelde en De Ruyter weer kokend herleven?
Ik stel de vraag al maanden, misschien zelfs al jaren.
Er is nooit een antwoord gekomen.
Wouter, er zijn geen Miniconomisten.