Het failliet van de vrijheid

Miniconomy, het online economiespel met onbegrensde mogelijkheden, is een federatie die geleid wordt door een team van vrijwilligers die een hobby van een selecte groep mensen in stand proberen te houden. Een nobel initiatief om een dergelijke federatie te creëren en te onderhouden. Maar wat is er nog van over?

Laten we voorop stellen dat iedereen die betrokken is bij de leiding van de federatie, inclusief Wouter, goed functioneren. Het is echter de vraag in hoeverre zij de onbegrensde mogelijkheden nastreven. Wanneer men aan de poorten van de federatie staat is dat namelijk wat men kan lezen. Helaas zie je als president van een land meer dingen dan de gewone burgers. Zo las ik tot mijn verbijstering na dat ik was beëdigd tot president dat er plannen waren om subsidies voor boten te limiteren. Limiteren? Jazeker, er zou te makkelijk te veel geld voor gevangen kunnen worden. Dat klinkt logisch en is feitelijk ook juist. De aanschaf van een boot is momenteel namelijk voor je nettowaarde geen kostenplaatje. De nettowaarde van een boot is namelijk exact de helft van de normale verkoopprijzen van een boot, tel daarbij de subsidie op, die ook exact de helft van de normale verkoopprijzen is, en je komt op honderd procent. Dat is vreemd uiteraard, maar met welk doel was die subsidie geïmplementeerd?

In onze federatie zijn er vier landen, ieder land is alleen bereikbaar per boot. Het gebruik van een boot is echter duur, het kost je al gauw 5 I-shells per squst en daarbij komen ook nog de kosten voor de benzine. 5 I-shells per squst is bijvoorbeeld 0,16 I-shell per erts. Of dat prijzig is? Als je een product wilt vervoeren gaat je kostprijs al snel omhoog en zeker bij een grondstof zal de winstmarge niet al te hoog zijn waardoor je dure winkel nog moeilijker terug te verdienen is. Wanneer er minder subsidie beschikbaar is voor boten, zal de prijsconcurrentie tussen boothouders minder zijn en dat zal de kosten van de internationale handel niet bevorderen. Wanneer je dus een subsidie wilt limiteren, die als doel heeft om een handelsaspect dat de onbegrensde mogelijkheden mogelijk te maken, zul je er iets tegenover moeten stellen. Dat gebeurt tot op heden niet.

Maar niet alleen het feit dat een bepaalde subsidie wordt gelimiteerd laat zien dat er aan de onbegrensde mogelijkheden een begrenzing zit. Ook het feit dat landen met grote sommen geld over blijven aan het eind van een handelsperiode is naar mijn mening een begrenzing. Waarom zou een land niet al haar verdiend geld mogen uitgeven aan haar handelaren? Er gebeurt niks mee en dat is toch een doodzonde. Neem bijvoorbeeld een initiatief als de MC Cup, als land zou je daar prima iedere ronde wat geld aan kunnen geven als sponsoring van de prijzenpot. Momenteel wordt een ander initiatief, Mr. MC, door de Federale Overheid gesponsord met 100.000 ISH, een exportcontest, een diploma en een extra toerist. De andere sponsoring dient door spelers gedaan te worden, maar waarom kan dat niet door een land gebeuren? Een land kan en mag niet meer dan 2.500 ISH per inwoner uitkeren, dus zit sponsoring er niet in. Vreemd? Ja. Onbegrensde mogelijkheden? Nee. De vrijheid die ons wordt beloofd lijkt dan ook een schijntje en lijkt failliet te zijn als het geld dat een land verdiend niet eens naar haar inwoners kan worden gesluisd maar zit te verstoffen tot de handelsperiode voorbij is.