Na een afwezigheid van een kleine 100 handelsperiodes, logde ik afgelopen zomer weer voor het eerst in. Het verrast mij dat in zo’n lange tijd zoveel hetzelfde is gebleven: we hebben nog steeds dezelfde pixelachtige producten; er wordt druk gecommuniceerde in clubgebouwen; en zelfs een deel van de spelers herken ik nog. In die zin is het pure nostalgie om terug te zijn. Gelukkig is er ook een hoop dat veranderd is en die onderdelen behoeven natuurlijk uitleg.
Wanneer ik daarnaar vraag, dan worden mij nieuwe concepten zoals de verschillende soorten winkels en wolkenkrabbers met plezier uitgelegd. Je voelt je erg welkom als nieuwe speler en dit maakt het spel ook een stuk leuker. In handelsperiode 154 begon na jaren mijn eerste echte handelsavontuur weer. Ik handelde in elektronica en mocht aan het einde een top-10 positie bijschrijven. Ik had de smaak direct goed te pakken. De handelsperiode daarna verkocht ik steen en eindigde ik met een hogere nettowaarde dan daarvoor net buiten de top-10 op de elfde positie. Ik had erg veel plezier in het spel en besloot het wat groter aan te pakken door skills te nemen op een product waarvoor grondstoffen nodig zijn.
Uiteindelijk handelde ik de vorige en de huidige handelsperiode in chips vanuit Monapoli. In die twee handelsperiodes kwam ik de minder leuke kanten van het spel tegen. Als je een product handelt waarbij veel grondstoffen nodig zijn, dan heb je na iets meer dan een week bijna twee duizend kavels in je bezit en word je afhankelijk van andere handelaren. Die andere handelaren moeten namelijk voor alle ijzer, plastic en chips handelaren grondstoffen delven. Gebeurt dit niet, dan ligt de economie in het land vrijwel stil. Aangezien er niet veel handelaren zijn die én niet handelen in een product dat gebruik maakt van ijzererts, olie of goud én premium member zijn, wordt deze groep handelaren direct ingezet voor het delven van alle drie de grondstoffen en zitten ook zij al snel aan meer dan duizend kavels.
Dit brengt ons dus weer terug bij af. De huidige manier waarop de economie werkt, laat voor mij het spelplezier afnemen. In de eerste week kan ik heel actief handelen, in de tweede week ben ik enkel op zoek naar grondstoffen —wat vaak voor frustratie zorgt— en in de derde week log ik nauwelijks meer in omdat ik geen producten meer kan maken en dus ook niet kan verkopen. Juist bij een spel lijkt mij het plezier een van de meest belangrijke elementen. Een goede spelbeleving zal zorgen voor het behoud van nieuwe handelaren, actievere handelsperiodes en meer uitgegeven credits.
Ik begrijp goed dat het juist omgaan met de schaarste van grondstoffen je onderscheid van andere handelaren en uiteindelijk zal zorgen voor een hogere nettowaarde. Maar is het simuleren van schaarste in een economie de frustratie en het nagenoeg nietsdoen in de tweede en derde week het echt waard? Zijn we niet allemaal hier om plezier te hebben en actief te handelen? Volgens mij heeft elke handelaar het beste voor met Miniconomy en zien we allen heel graag actieve handelsperiodes met veel handelaren. De urgentie van deze kwestie wordt onderstreept door de vele artikelen en discussies in de chat en in de clubgebouwen. Vele mogelijke oplossingen zijn al aangedragen, maar geen enkele is geïmplementeerd. Misschien kunnen de Federals eens experimenteren met overvloed: halveer de kavelbelasting, halveer de kavelstaat verlaging bij het delven van grondstoffen en verdubbel het aantal kavels per stad (en maak het kopen van kavels minder fysiek pijnlijk).