Auteur: Matthijs o
Zaterdag, om 12 uur, stond ik op de kade de inwoners van Roebelarendsveen op te wachten. Er kwamen in totaal ongeveer 20 mensen rond mij staan en tijdens de oversteek werd er druk gepraat over de plannen voor deze ronde. Eén ding viel me wel op: wij hadden aan één boot genoeg om alle inwoners ter plaatse te brengen, maar rechts van ons vaarde een hele vloot boten met bestemming Eurodam. Dit had ik eigenlijk wel verwacht, want de grote kaart van Eurodam lag er weer prachtig bij.
Toen we aangekomen waren gingen enkele actieve handelaars direct aan de slag. Enkele ogenblikken later stond er naast hun magazijn al een winkel en waren ze druk bezig met produceren. Het zag er naar uit dat het een goede ronde zou worden. Enkele dagen later liep de handel nog steeds goed, maar wanneer je de kaart bekeek waren de meeste boomkavels al weg, en ook de beste ertskavels waren al leeg gegraven. Dit gebeurt nu al enkele handelsperiodes na elkaar en elke keer verlaten de handelaren Roebelarendsveen na één week omdat er gewoon geen erts- en boomkavels meer te krijgen zijn, terwijl ze in Eurodam nog een tijdje verder kunnen handelen.
Dan vraag je je toch af: Is dit nog wel eerlijk? Moet de kaart van de kleine steden niet wat groter worden? Of kan het goudgebied, dat bijna even groot is dan dat van Eurodam, niet wat kleiner worden? De handelaren uit Roebelarendsveen vinden van wel, maar de Federals houden dit al enkele rondes tegen. Nu de kaart van Kronenburg groter is geworden kan dit toch ook met andere steden waar veel grondstoffen gebruikt worden gebeuren. Het is me ook opgevallen dat in alle ‘kleinere’ steden één grondstof overvloedig aanwezig is in de grond. Zwollar heeft bomen, Kronenburg bezit veel oliekavels en in Bathoevedorp is goud in overvloed aanwezig. Zou het dan niet logisch zijn dat er in Roebelarendsveen veel ijzererts in de grond aanwezig is?