Auteur: Frankeur
Het was weer laat geworden gisteren, toch wat langer in de winkel gebleven voordat de nachtdienst hem overnam. Ik kan er elke avond maar moeilijk afstand van doen, ik kijk altijd wel een paar keer om voordat ik de straat uitloop.
De winkel was met rolluiken afgesloten, dat is een goed teken, dan zou hij bijna uitverkocht moeten zijn. Ik doe de rolluiken open, zet de deur open en doe het licht aan. Een toch wel triest maar aan de andere kant gelukkig gezicht, nergens meer een schep of een zaag te bekennen, het is duidelijk weer een drukke nacht geweest. Ik loop naar de kassa, ernaast ligt een briefje, “vannacht zijn er veel toeristen geweest, ik ben al na twee uur naar huis gegaan omdat je uitverkocht was”. Wat geweldig, toeristen, die geen korting vragen maar gewoon kopen, maar nu snel naar mijn magazijn en nieuwe scheppen en zagen maken. Gelukkig heb ik nog een voorraadje ijzer en hout liggen. Snel maak ik wat scheppen en zet ze in de winkel neer. Daar komt mijn verkoopster, in haar altijd net gestreken overhemd, met mijn winkelnaam erop. Ze groet me, en ik wens haar een prettige dag, want ik ga naar buiten, wil mijn andere winkels bezoeken.
Er was geen goedkope taxi te vinden dus ben ik maar met de bus gegaan. Ik kwam aan in de volgende stad, waar ik vooraan in de straat al mijn winkel zag liggen, met ook hier alles dicht, dat was weer een goed teken, ook hier alles uitverkocht. Ik nam mijn telefoon en belde naar de shop in Eurodam dat er met spoed wat scheppen en zagen gestuurd moesten worden en dat er voor de zekerheid maar een extra paar blokjes ijzer en hout gekocht mochten worden. Ik wilde net op de bus stappen toen ik een goedkope taxi zag waarvan de chauffeur zat te slapen. Ik tikte op het raampje, hij deed versuft het portier open en vroeg met een bromstem waar ik heen moest. Snel reed hij weg om mij in Kronenburg te brengen. Ook daar zag ik weer hetzelfde met mijn shop, helemaal uitverkocht. Gelukkig kwam er net een vrachtwagen aangereden die scheppen en zagen uitlaadde. Op straat kwamen steeds meer mensen, sommige groeten mij beleefd, anderen liepen me toch meer uit de weg of gunde mij geen blik omdat ze toch niet bij me wilde kopen.
Ik kwam een vaste klant tegen. Ik vroeg hem naar binnen. We gingen naar een kamertje apart in mijn winkel om even te overleggen. Ik heb de statistieken genomen en zag dat hij veel bij me kocht, nu krijgt hij vijf procent korting. Ik vraag hem of hij klant blijft bij mij, gretig knikt hij ja. Ik trek de bovenste lade open en haal daar het gouden pasje uit, het pasje dat voor tien procent korting zorgt. Mijn telefoon gaat, het is bekend geworden dat een van mijn grootste klanten van mijn ‘hoofd’winkel dood is, ik spoed me met een dure taxi terug naar Eurodam waar ik op straat al aangesproken wordt dat hij op een laffe manier in zijn bed vannacht vermoord werd. Ik loop door naar mijn winkel, want de taxi heeft mij aan de andere kant van de winkelstraat afgezet. Ineens hoor ik vlak bij mij schoten, een, twee, drie en zo gaat het maar door tot 12 schoten. Direct komt de ambulance aangereden en snellen er officers richting de kant waar het geluid vandaan kwam. Ik loop snel door richting mijn winkel en in mijn winkel aangekomen hoor ik nog net op de radio dat de groothandelaar Podje is bezweken onder een regen van kogels, mijn grootste klant dood. Ik loop richting mijn kantoor en hoor de deur achter me open gaan. Salvatore Maranzano komt binnen, hij komt even wat scheppen halen, omdat hij denkt dat zijn omzet toch wel groter wordt nu. Hij neemt tien scheppen mee, hij pakt zijn portemonnee waar een grote envelop inzit en ik kijk vragend naar de envelop. Hij zegt dat er 1750 ISH inzit voor iemand die een klusje voor hem deed. Ik lach en zeg dat hij misschien toch ook maar moet uitkijken omdat al mijn grootste klanten vermoord worden. Lachend stapt hij de winkel uit. Mij gebeurt zoiets niet snel, bij jou misschien eerder. Een dag van een simpele handelaar, hoe moet het leven als gigant wel niet zijn.