Auteur: Frederik Alvarez
Iedereen die dit leest, schijnt geïnteresseerd te zijn in een bijzonder verhaal van een simpele jongen in een kleine achterstandsbuurt van het grote Eurodam. De jongen is zijn ouders kwijtgeraakt en woont bij een oudere neef in huis. Zijn neef is altijd van huis, maar helaas nooit naar zijn werk omdat niemand hem aan wilt nemen.
De jongen, Ismaël trouwens, is 14 jaar en moet nog naar school. Zijn oudere neef regelt alles, maar met Ismaël gaat het steeds slechter. Zijn vrienden geven hem drugs en allerlei andere dingen.
Totdat op een dag een rijke zakenman uit het mooi Roebelarendsveen Ismaël ziet. “Hoi jongetje, wat doe jij hier?” vraagt de zakenman terwijl de twee richting een vuilnisbelt lopen. “Ik zoek eten.” is het antwoord. “Ik heb genoeg eten, wil je anders met mij mee? Ik geef je dan meteen een nieuw paar schoenen en mooie kleren. En als je wilt, neem ik je in huis.” Dat vond Ismaël natuurlijk een geweldig idee.
Nog geen week later stond Ismaël in een winkel van de zakenman. Ismaël maakte dagen van soms meer dan 12 uur. Tien jaar later had de zakenman genoeg verdiend aan Ismaël en werd Ismaël terug afgezet bij de vuilnisbelt. Met niks, helemaal niks. Totaal uitgebuit en hij is er niets mee opgeschoten.
We gaan weer tien jaar en een week terug. We staan weer op de vuilnisbelt. Dit keer zegt Ismaël:”Nee, ik ga niet mee. Ik heb hier mijn vrienden. Maar bedankt voor uw aanbod.” Een week later krijgt Ismaël zijn eerste voldoende terug op de HAVO en vindt Ismaël een lot van de loterij. En je raadt het vast al, hij wint de jackpot.
Tien jaar later heeft Ismaël net zijn Universitaire Bachelor gehaald en is hij zijn eigen bedrijf begonnen. Later zal hij rijker worden dan de zakenman uit Roebelarendsveen.
Moraal van het verhaal? Rijke zakenmannen willen alleen maar rijker worden, ga voor je eigen kansen. Laat je niet uitbuiten.