Auteur: bonanza
Er viel de afgelopen week niet naast te kijken. Elk land denkt van zichzelf het beste bezig te zijn en staat niet toe dat andere landen daar anders over denken. Wordt het toch geprobeerd, dan krijgt men het deksel op de neus. Elk land heeft vuile handen, zij het door grond, door bloed, door het bouwen van muren of door smeergeld. Place your bets.
Maak een klein gokje welk land bij welke vuiligheid hoort en lees dan verder. De antwoorden zullen in de loop van het artikel duidelijk worden.
Laten we starten bij wat er op het eerste zicht misschien het minst vuil uitziet, maar de Federatie mogelijk het meeste geld kost: de bouw van muren. De muren zijn een metafoor voor een afgesloten stuk grond, een afgesloten eiland om preciezer te zijn. Ibisha heeft zich deze handelsperiode erg asociaal gedragen. Ze weigerden een haven te bouwen om zo ‘handelsvernietigende Cyberiërs’ en ‘destructieve Digitalianen’ buiten te houden. President Craftsman schermt zijn eigen hachje in internationale politieke kringen af met het argument dat dit de wil is van zijn volk.
Maar moet een politicus niet verder kijken dan wat populistische praat en rekening houden met wat het beste is voor zijn eiland en voor de Federatie in het algemeen? Wat weinigen weten is dat Ibisha belangrijke lucratieve deals is mislopen door deze protectionistische houding en dat het één van de meer winstgevende resources niet eens kan delven. In Ibisha kan men geen diamantboren kopen in de FES-winkels, deze zijn alleen te verkrijgen in Digitalië. Een grote diamantvlakte blijft daarom onaangeroerd. Op het hoogste niveau hebben er onderhandelingen plaatsgevonden tussen Digitaliaanse en Ibishiaanse leiders om een diamantboor te kopen, maar deze sprongen steeds weer af op het feit dat Ibisha geen haven wenste te bouwen.
Door deze halsstarrige weigering liepen ze een contract van enkele tienduizenden ISH mis die Cyberië bereid was te betalen voor deze diamanten. Een Ibishiaanse tophandelaar had zo goed als een akkoord bereikt met de Cyberische regering, maar moest op het allerlaatste moment zijn toezegging weer intrekken nadat President Craftsman de bouw van een noodzakelijke haven bleef weigeren.
De vraag is of deze maatregelen Ibisha ook daadwerkelijk zullen helpen. Op veiligheidsvlak pretenderen ze over een schietgraag officierskorps te beschikken dat geen enkele uitdaging uit de weg gaat. Zijn rondtrekkende Digitaliaanse bendes dan net geen ultiem doelwit om de schietcapaciteiten te testen of is dat officierskorps toch net iets minder imposant dan ze doen uitschijnen?
Ook op economisch vlak zijn grote vraagtekens te plaatsen bij dit beleid. In de omzetstatistieken van vorige editie was welgeteld één Ibishiaan terug te vinden op plek 22 (alfondo) met een omzet die een goede vier keer kleiner was dan die van de eerste Cyberiër en twee keer kleiner dan die van de eerste Virtuaan. Het kan goed zijn dat de marges groter zijn, maar gezien de beperkte afzetmarkt op het eiland, lijken Ibishianen geen enkele kans te maken op een echte topnotering. De geschiedenis heeft protectionisme in het verleden al vaak genoeg afgestraft. Het is te hopen voor de internationale gemeenschap dat het noodlot ook deze keer weer toeslaat om herhaling van het protectionisme te voorkomen.
De tweede vuiligheid die aan de handen plakt van inwoners van de Federatie, is bloed. Digitalianen zijn al lang niet meer zo gevaarlijk als een veertigtal handelsperiodes terug toen er met de regelmaat van de klok ware razzia’s werden gehouden tegen voornamelijk Cyberische doelwitten, maar toch richten de doodseskaders nog grote schade aan bij burgers over de hele Federatie. Wie niet mee stapt in een bepaalde visie die Digitalië goed uitkomt, moet steeds op zijn hoede zijn voor een rondvliegende kogel die ‘per ongeluk’ en ‘zeker niet voor jou bedoeld’ is afgevuurd. Aanslagen worden nog amper opgeëist, een groot verschil met de grote monden die vroeger de lakens uitdeelden.
Waag het niet om te torren aan de moordlust van Digitalië, want dan probeer je ‘een spelelement kapot te krijgen’. Dat door hun schoten, bommen en berovingen andere inwoners, die niet kozen voor criminaliteit, het leven zuur wordt gemaakt, wordt al snel vergeten en weggestopt. Een eerste echte analyse over de aanpassingen in het criminele milieu moet nog gemaakt worden, maar nu al staat vast dat wie de geheimen ontrafelt, een torenhoge succesgraad te wachten staat. Dit maakt het voor de criminelen nog gemakkelijker om mensen volledig leeg te roven en failliet te schieten. Leegzuigen en doodknijpen, de Napolitaanse maffia heeft zelfs meer eerbied voor afval.
De verbeterde omstandigheden om te gaan roven en schieten zorgt ervoor dat Digitalië nog meer macht krijgt dan het eigenlijk al heeft. Door het de facto monopolie op kruit, wapens en diamanten (Ibisha telt toch niet mee als afgesloten eiland) hebben ze een ijzersterke onderhandelingsmacht. Nationale democratieën zoals Cyberië en Virtua worden dan weer mogelijkheden afgenomen om in te spelen op een groeiende dreiging door het verbod om officers zonder diploma aan te stellen. Toch dient ook gezegd te worden dat een groot deel van de verantwoordelijkheid bij de burgers zelf ligt. Door het bouwen van huizen en het volgen van officercursussen zou de veiligheid al gevoelig verhogen.
We zijn aanbeland bij het derde land dat een geur van smeergeld verspreid. Het land is in grote mate een democratie, maar door de beperkte machtsverdeling en de hoge machtsconcentratie bij de President vertoont deze democratie enkele barsten. De geruchten doen de ronde dat de zeteltjes al lang voor de verkiezingen zijn vastgelegd en dat het steeds dezelfde groep van mensen is die de postjes onder elkaar verdelen. Dat zou betekenen dat Virtua in theorie een democratie is, maar in de praktijk al lang niet meer.
Recentelijk is er nog een bijkomende storende factor. De nationale regeringsleiders werden uitgedaagd door bytertje die zijn stad de onafhankelijkheid van Virtua wilde schenken. Hoewel dit probleem prima wettelijk en juridisch is uit te vechten, heeft de Virtuaanse overheid besloten om enkele Digitaliaanse schutters te laten overkomen om met smeergeld de mayor naar de eeuwige jachtvelden te brengen. Speciale verordeningen werden uitgeroepen om het plannen van terroristische activiteiten door het nationale bestuur toe te staan.
Hoewel dat op zich al verwerpelijk is, breidt de machtsgreep zich stilaan ook uit naar het juridische systeem. Berichten werden de wereld in gestuurd die spreken van regelrechte beïnvloeding van de rechtsgang en rechtsbesluiten van de Virtuaanse rechtbank door een lid van de Virtuaanse regering. Klokkenluiders worden zonder pardon buitengesmeten en doodgezwegen. De stap om ook hen een gaatje te bezorgen is letterlijk maak één contract verwijderd. Zelfs bepaalde Arabische leiders moeten meer moeite doen om een dergelijk iets gedaan te krijgen. Gelukkig durven de Virtuaanse politici hun fouten ook toe te geven en terug te draaien.
Tot slot hebben we inwoners wier handen bedekt zijn met een dikke laag grond. Ze zien nu eens zwart van het graven en dan weer rood van het handjes schudden na het sluiten van een deal. Cyberiërs worden overal in de Federatie met scheve ogen bekeken. Nergens zijn ze welkom, want ze ‘ruïneren de handel’. Als grootste land met de meeste inwoners en het meeste handelsactiviteit heeft Cyberië inderdaad het voor- en nadeel dat prijzen pijlsnel zakken. Om die lagere marges te compenseren is een grotere afzetmarkt nodig en die lijkt voor het grijpen in de rest van de Federatie waar de prijzen veel hoger zijn.
De andere landen zien de Cyberiërs allerminst graag komen en dat is begrijpelijk, want ze worden zo weggeconcurreerd, wat zou resulteren in een handelsuitslag die volledig gedomineerd wordt door Cyberiërs. Dat kan niet de bedoeling zijn. Cyberië zou het initiatief moeten nemen om een nieuwe handelsstrategie bedenken die voordelig is voor alle landen en niet enkel voor zichzelf. Tot op heden is ze daar nog niet in geslaagd.
Hun kapitalistische bezetenheid om steeds maar meer en meer te verdienen heeft er deze handelsperiode toe geleid dat Cyberië zelf enkele nadelen ondervond na het verwaarlozen van de kavelstaat ten voordele van het snelle gewin. Het werd zo erg dat de Federals besloten om in te grijpen en de steden dwongen om wat te doen aan de desastreuze opgravingen. Ze opteerden ervoor om Cyberië onder druk te zetten een dissidente mayor weer op het rechte pad te zetten.
Hoewel deze mayor en enkele van zijn inwoners het nut niet zagen van het verhogen van de kavelstaat, besliste het Parlement meedogenloos om Eurodam voor de volledige boete van 80.000 ISH te laten opdraaien. Eerst leek het een grap, maar van zodra ze beseften dat het menens was, werden honderden diamanten de grond in gekatapulteerd en werden opgravingen tijdelijk uitgesteld. Er ontstond zowaar solidariteit tussen de mayors van Kronenburg en Eurodam waarna die eerste een bedrag van 50.000 ISH overmaakte naar de stadskas van Eurodam.
Uiteindelijk wist Eurodam het op het nippertje te redden en ontweek zo de torenhoge boete. De aloude kapitalistische Cyberische gewoonte stak enkele minuten na het verstrijken van de deadline alweer de kop op. Er werden massaal steenexims geplaatst en er werd volop gespeculeerd over de aanleg van een kavelstaatvernietigende luchthaven. De Federals hebben nog niet in hun kaarten laten kijken, maar het valt te verwachten dat de milieuactivisten hen gemakkelijk zullen overtuigen om nog hogere boetes op te leggen indien de staat te snel zakt.
Kortom, de Federatie bestaat uit een hoopje asociale Ibishianen, moordplannen beramende Virtuanen, schietgrage Digitaliaanse criminelen en kapitalistisch natuurverwoestende Cyberiërs. En dat samenleven houden we al 86 handelsperiodes vol… Het moet niet gekker worden.