Auteur: Troel
Al dagenlang gonst het in alle dorpen en steden van negativiteit ten opzichte van de Digitalianen. Dit heeft onder andere te maken met de grote lijst van aangevallen personen, maar ook met de Digitaliaanse reactie op de verhoogde staat van paraatheid van Cyberië. Graag wil ik als King daar een en ander over kwijt. Tenslotte zijn het mijn onderdanen die beklaagd worden.
Allereerst: er wordt geklaagd dat sommige gevallen onbekende spelers zijn, ze niet nuttig zijn en we ze eigenlijk geen kwaad zouden moeten doen. Het tegendeel is echter vaak waar. Het is in heel veel gevallen zeer goed bekend wie de touwtjes in handen hebben achter bepaalde personen en dat is dan ook de reden dat er actie wordt ondernomen. Een nitwit in de ogen van een nietsnut kan in de ogen van een Digitaliaan wel degelijk iets voorstellen. Commentaar op beschietingen door derden die duidelijk geen kaas gegeten hebben van de hele situatie, kan dus maar beter afwezig blijven.
De lachwekkende toestand in Cyberië geeft maar eens te meer aan dat er daadwerkelijk mensen zijn die zichzelf belangrijk achten voor het complete volk. Waar in Digitalië heel simpel gedacht wordt: “De King is dood, leve de King” (waar we het dan uiteraard in het tweede gedeelte van de zin over de opvolger hebben), is de president in Cyberië, IkbenBen19 er haast van overtuigd dat er zonder hem geen Cyberië mogelijk is. Na een aantal aanvallen op zijn persoon is er dan ook een “noodtoestand” uitgeroepen. De schietende Digitalianen zijn juist van mening dat de noodtoestand al begon toen IkbenBen19 aantrad. Helaas is het nu praktisch onmogelijk om Cyberië uit deze toestand te halen, mede door de extreem hoge boetes. Het is maar de vraag of de president regeert in Cyberië, of dat het toch de angst is.