Rechtspraak in de Federatie

Auteur: The Minic

Onze Federatie is een enorm volwassen landschap binnen de virtuele wereld van de online games. Nergens anders vinden we eenzelfde landschap waarin de aanwezigen zo veel te zeggen hebben over het verloop en de vormgeving van alle aspecten die het rijk is. Inwoners die aan het hoofd staan van een stad, aan het hoofd staan van een land zelfs, inwoners die orde bewaken en boetes op kunnen leggen, en inwoners die recht kunnen spreken. Het is niet vreemd dat de Federatie daarom vooral inwoners van een wat hogere leeftijd en een hoger opleidingsniveau aantrekt.

Ondanks al deze zeggenschap weten we vaak niet van elkaar wat de kennis en de kunde is die we met ons meenemen. We kunnen ons oordeel over een bepaalde inwoner slechts vormen over wat we horen en zien van en over die specifieke inwoner. In de loop der tijd wordt een dergelijk beeld bijgeschaafd, totdat het past binnen de gangbare gedragingen van die inwoner. We schatten dan ook in of iemand wel of niet geschikt is voor bepaalde functies binnen de Federatie, met uiteraard de uitzondering voor de Federal Government en het CBI, waarbij de achterliggende natuurlijk persoon belangrijker is dan zijn voorkomen als inwoner van de Federatie.

Eén van de meest beladen functies binnen de Federatie is, naar eigen inschatting, het voorzitterschap van de International Court. Het is ook één van de meest belangrijke organen in de Federatie. Onrecht kan uiteindelijk slechts daar beslecht worden. Een goed functionerend IC is dan ook van vitaal belang.

Tot zover de introductie. In het vervolg van dit artikel zal dieper worden ingegaan op enkele rechtsbeginselen van de meeste gangbare westerse democratische rechtsstaten. Haak niet meteen af na het lezen van voorgaande zin, het artikel is zo laagdrempelig als mogelijk geschreven.

Het legaliteitsbeginsel
In Europa is dankzij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (hierna: het EVRM) eenheid in strafrechtelijke zaken. Deze eenheid vindt zijn grondslag in het legaliteitsbeginsel, het meeste belangrijke beginsel in het strafrecht. Het toepassen van strafrecht is hetgeen de IC zich voornamelijk mee bezig houdt. Het legaliteitsbeginsel kent verschillende subonderdelen:

Nulla poena
Het belangrijkste subonderdeel van het legaliteitsbeginsel is de nulla poena. Dit beginsel verbiedt in feite wetgeving met terugwerkende kracht. Binnen de Federatie heeft dit weinig tot geen relevantie, aangezien wetten pas na afloop van een handelsperiode worden opgenomen in het wetboek. Dat dit van groot belang is, laat zich raden: een gedraging die op dat moment niet strafbaar is, mag zich niet naderhand alsnog wreken in een straf. Het treft de rechtszekerheid van eenieder in het hart. Een vorm hiervan vinden we terug in de artikelen in de IL omtrent spammen en flooden, zij het een materiële toepassing: “Advertisements or polls before prohibition cannot be punished.” en “Flooding before prohibition cannot be punished.”

Het verbod op analogie
Een analoge toepassing van recht wordt verboden door het legaliteitsbeginsel. Onder analoge toepassing van het recht dient te worden verstaan het toepassen van een wet die een bepaalde gedraging verbiedt en deze wet toepassen op een gedraging die daar op lijkt, maar toch anders is. Dit laat zich goed uitleggen aan de hand van een voorbeeld, waarbij dient te worden aangenomen dat spammen wel verboden is, maar flooden niet. Een rechter zou geneigd kunnen zijn de twee overtredingen voldoende gelijkend te vinden, waardoor het verbod op spammen analoog wordt toegepast voor flooden, waardoor flooden alsnog strafbaar is. Vanwege de rechtsonzekerheid die dit met zich mee zou brengen, is analoge toepassing van strafbepalingen niet toegestaan. In de Federatie zien we echter dergelijke toepassing zelden.

Lex certa en lex scripta
Deze beide beginselen vullen elkaar aan: lex scripta vereist dat al het strafbare gedrag vastgelegd dient te zijn in de wet, anders is het niet strafbaar. “Geen straf zonder wet”. Op deze manier wordt voorkomen dat er zonder een vorm van rechtsgrond straffen worden opgelegd. De voorzitter van de IC, Rednax, gebruikt bij het beoordelen van aanvragen van zaken dit beginsel: “Both cases are denied. No relevant articles have been supplied.”

Het lex certa-beginsel scherpt het lex scripta-beginsel wat verder aan: “geen straf zonder duidelijke wet”. Een wet dient in duidelijke bewoording duidelijke gevallen van overtreding strafbaar te stellen. Flooden strafbaar te stellen door als wet op te nemen dat “het ergens herhaaldelijk plaatsen van storende berichten is verboden” zou daarmee op basis van lex certa niet strafbaar zijn. De wet is simpelweg niet duidelijk genoeg om te kunnen voorzien of het plaatsen van bepaalde berichten wel of niet strafbaar is voor deze wet. De verdediging van de voorzitter van de IC Rednax in de zaak IC NC 118-5 YAN vs Rednax, inhoudelijke dat “There has to be order in the International Court, disturbance of this order can be punished by the Chairman of the IC or by the judges appointed by the Chairman.” een dermate algemene bepaling is dat daaruit geen boetes kunnen voortvloeien.

Lex superior en lex specialis
Deze twee beginselen zijn in de Federatie veelvuldig van toepassing verklaard. Lex superior stelt in geval van conflicten tussen verschillende wetten vast dat wetgeving van hogere organen voorrang heeft op de lagere wetgeving. In de Cyberische grondwet vinden we in lid 7 de codificatie van het lex superior-beginsel:

lid 7
De wetgeving is superieur in de volgende volgorde, van hoog naar laag:
– Internationaal Wetboek
– Geldig(e) Internationa(a)l(e) Akkoord(en)
– Cyberische Wetboek

Het lex specialis-beginsel regelt dat specifieke bepalingen voorrang hebben op algemene bepalingen. De handelswetten van artikel 6 IL hebben dit beginsel in zich. Zo dient een ontvangen bedrag van meer dan 100 I-Shell verklaard te worden middels een contract, maar hoeft dat bi een banklening niet. De regel over het specifieke geval van bankleningen gaat voor op de algemene bepaling van het ontvangen van gelden.

Wat is nu de relevantie van al deze beginselen, al deze theorie, al deze voorbeelden en dit artikel an sich? De relevantie is gelegen in de vraag: zijn al deze elementaire onderdelen van het recht ook in de Federatie van toepassing? De Federatie heeft zich op allerlei gebieden enorm ontwikkeld, en ook rechtspraak is daarbij niet achtergebleven. Kunnen we echter van de voorzitter van de IC verwachten dat al deze beginselen door de IC en de rechters worden getoetst? Het zorgt voor meer rechtszekerheid en een betere rechtspraak, maar het betekent wel een verzwaring van de taken van de rechtbanken. Of zouden we ervoor moeten kiezen de beginselen te codificeren en dus vast te leggen in wettelijke bepalingen. De voorzitter van de IC zegt er zelf het volgende over: “Dergelijke juridische beginselen hebben een dermate grote impact op wetgeving en rechtspraak, dat het een taak voor de High Council zou moeten zijn om hierin een standpunt in te nemen. De IC kan daarna naar dat inzicht handelen.” Ook voor de Federal Union zou hier mogelijk een taak kunnen liggen.