Het vraagt soms niet veel om een tevreden inwoner van onze Federatie te zijn. Soms is het een subsidie die een handelaar van de rand van het faillissement redt. De burgemeester die met uitmuntende timing een export-order plaatst, waardoor je wolkenkrabber nog een verdiep hoger kan. Of een heerlijke overvloed aan taxi’s en parkeerplaatsen op het moment dat je een eindje wil gaan rijden.
Voor mij was het een korte wandeling langs Serious Heerlen, langs de schuren vol hout van BolleTripolire, de ateliers van El tomacho waar vakwerk voorrang krijgt op industrialisatie en langs hubinho‘s tankstation, waar een van de chauffeurs van Technix nog snel wat brandstof inslaat voor hij terug naar Monapoli rijdt.
Het gebouw van de gemeente is al even stilgevallen voor de feestdagen, en er branden nog maar enkele bureaulampen in de gebouwen van het Digitaliaanse Bestuur en Het Hof.
Daar voorbij vind ik de schuren waar mijn mensen de laatste bestellingen klaarzetten en de etalage nog eens vullen. Stapels baksteen staan overal, afgewisseld met kisten vol hoogovens.
Als de eerste paar sneeuwvlokken vallen blijf ik nog even voor de deur van El tomacho’s ET Toren staan. Op Kerstdag is de toren nog in volle aanbouw en steekt hij mijn eigen Love Hotel naar de kroon van hoogste gebouw van El Peso. Een vriendschappelijk wedstrijdje dat ik tot het einde toe zal blijven voeren, ook al hou ik wel van het appartement in de ET Toren waar ik zelf soms verblijf.
Ik geniet even van de koude oases die de sneeuw op mijn huid nalaat en stap dan binnen. In de warme hal van de op één na grootste toren die ons stadje rijk is.
We zijn niet de rijkste, drukste of meest competitieve mensen hier, maar de handel draait leuk, de sfeer is top en de bewoners zijn nog steeds Digitaliaans in hart en ziel.
Wat wil een mens nog meer?