Toen ik dit weekend een inspectie ronde hield door de Kronenburgse winkels viel het me op dat vele handelaars geen Kronenburgs accent hebben. Ik hoorde accenten van over de volledige Federatie. Omdat buitenlandse handelaren uit Digitalië, Virtua en Ibisha een groter potentieel risico vormen voor de verkoop van verboden producten maakte ik snel wat statistisch werk.
Van de 80 winkels in Kronenburg zijn er 20% in handen van buitenlandse handelaars. 75% (12 winkels) hiervan bevinden zich in de hoofdstraat. Het zijn vooral handelaars uit de andere Cyberische steden die een winkel hebben in onze stad. Al zijn er ook winkels in handen van handelaars uit het buitenland. Het valt op dat deze niet-Kronenburgse handelaars vooral in basisproducten handelen. Straffer nog, er is zelfs geen hout of ijzer te koop van een Kronenburgse ondernemer, deze business is volledig in handen van handelaars uit de buursteden. Op een bepaald moment gebeurde zelfs het bijna ongelooflijke, in onze oliestad werd geen plastiek meer gemaakt maar werd deze geïmporteerd aan woekerprijzen uit Virtua. Maar deze situatie lijkt deels hersteld al is de plastiekprijs toch enorm hoog.
Maar waarom, een eerste idee was dat de Kronenburgse populatie misschien te lui is voor de noeste arbeid van het graven. Maar dat druist in tegen de werkelijkheid, als men kijkt naar de volumes aan kavels die afgegraven zijn voor olie en goud. Dan is er nog de mogelijkheid tot het beperkte aantal kavels met benodigde grondstoffen of het aantal grondstoffen per kavel. Maar het blijft me toch een mysterie waarom de ijzererts kavelzone van Kronenburg zelfs niet aangeraakt lijkt. De productie van afgewerkte producten door Kronenburgers daartegenover is enorm, ook mede door het aantrekken van de technologie minded toeristen lijkt dit een aantrekkelijke business. Maar de vraag is of dit de correcte keuze is, en of bij het uitbarsten van de vulkaan een inwoner van Kronenburg met de grootste geldzak terug naar het vaste land kan.