De gedachte

Auteur: Lucius

In het vroegst van de morgen was zij daar weer, de vrouw met de baby. Kreunend liep zij, met de kinderwagen voortduwend, over de gladde, gloednieuwe weg in Eurodam. Bijna één week, dacht zij, bijna één week ben ik hier al, en wat gaat het snel. In die korte tijd, waarin zij een klein huisje had gekocht, was de gehele natuurlijke omgeving veranderd in een vuile, drukke stad. Denkend liep ze zo, alweer vroeg opgestaan om met de baby naar de supermarkt te lopen, en haar boodschappen te doen.

Hoe lang houdt men dit nog vol? Zij wil hier gewoon in rust leven, in rust uit de grote westerse wereld. Al die kleine ondernemers, die hier komen werken en zwoegen, sommige meer dan 12 uur per dag, om een nieuwe bestaan, en hun toekomst, op te bouwen. Iedere keer weer gaat het mis, men moet evacueren, en een paar maanden later komen de vliegtuigen weer. Met al die massa`s mensen, dringen bij de douane, wel iets aan te geven of niet, overal stonden rijen. En ja, die vorige week, zij had er ook bijgestaan, met haar grote hutkoffer, en haar baby om haar arm. Maar voor een andere reden, zij wil rust.

Als zij terugkomt gaat de bel, er worden haar kortingsbonnen overhandigd voor de lokale steenwinkel. Zo gaat dat nu, alles draait om de Public Relations, om de vrienden die je hebt. Zo anders denkt ze, zo anders als vroeger, toen zij hier als een van de eerste was. Ze kon nog in rust leven, de mensen kregen 1 à 2 klanten per dag, en daar waren ze tevreden mee. Nu houdt men een kasboek en boekhouding bij. Alles moet kloppen, geen cent te weinig.

Hoe kan het toch denkt ze, dat deze mensen altijd blijven terugkomen. Ze moet wéér opnieuw beginnen. Iedereen krijgt evenveel, en een `succes` van de douanier. Toch komen ze, met massa`s. Dan hoort ze ze komen, de eerste races van deze periode. Haar weg was al de hele dag afgezet, zo leeft dat hier, het draait om geld verdienen, en dat kunnen ze hiermee.

`s Avonds ligt ze in bed, wederom is ze diep in haar gedachte verscholen. Zes dagen is ze hier nu. Alles weer ontpopt vanuit een zeer vruchtbaar, met as bedekt, landschap. De steden zijn opgerezen, bijna zo hoog als de bergen. En toen wist ze de zin waar ze de hele tijd naar zocht; We zijn weer begonnen!.

Leave a Reply