We kunnen wel tegen een stootje

Auteur: Redactie

Wie even de tijd neemt om naar de grens van ons bergstaatje te rijden, zal het met gemengde gevoelens ervaren: enkele honderden mensen hebben hun kampementen opgeslagen achter de grens, wachtende tot zij weer naar binnen mogen. Velen van hen konden of wilden de harde valuta, die bij wijze van test aan alle burgers gevraagd werd, niet opbrengen, en wachten ongeduldig tot de grenzen weer open gaan. En ondertussen is de heimwee wederzijds, want ook aan deze kant van de grens verlangt men terug naar de tijden waarin de straten overspoeld waren met vrijetijdskleding en maatpakken.

Met het uitblijven van de verwachte bevolkingsaantallen, hebben vooral kleine ondernemers het moeilijk. Gepaard met het lage aantal inwoners gaat dat de burgemeesters minder te besteden hebben, waardoor investeringen in het buitenland maar moeilijk op gang komen. En ook de autoraces, waar menig zakenman zich in een sportbolide hijst en de jeugd in zeepkarren van de hellingen scheurt, komen niet van de grond. Opmerkelijk is dat het parlement dit probleem nog niet heeft geconstateerd, al is dit er waarschijnlijk aan te wijten dat ze traditioneel ook hun eigen problemen hebben.

Gelukkig lijkt het sociale en politieke leven nauwelijks te lijden. Sterker nog, uit verschillende monden klinkt opgewekt dat het best een gezellig groepje is. Dat blijkt alleen al uit de steunbetuigingen voor de Beste Cyberiër Allertijden: in no-time hebben enkele niet-genomineerden de benodigde handtekeningen verzameld. En ook politiek is het gebruikelijk gekeuvel en gekibbel begonnen; verschillende wetsvoorstellen zijn de revue aan het passeren. Er lijkt zelfs eindelijk enige samenwerking te komen tussen Digitalië en Cyberië, wat in dit geval resulteert in een juridisch systeem wat uitleveringen aan beide kanten mogelijk maakt.

Zoals pino1, burgemeester van Roebelarendsveen het uitdrukt: Hoezo is de handel dood? Het is anders, maar nog steeds leuk! En dat lijkt kenmerkend voor de stugge Cyberiërs die wel tegen een stootje kunnen, want hoewel enkelen bij de pakken neerzitten, probeert de massa er gewoon het beste van te maken. Daarom kan misschien gezegd worden: de enige echte slachtoffers van de grote afwezigheid, zijn de afwezigen zelf.

Leave a Reply