Auteur: Michiel Hutman
Daar rijd ik dan, op de Monapoliaans hoofdweg, in een Russische KaMCaz truck. Ik rijd in gedachten richting de haven, waar mijn vrachtwagen met motoren naar Cyberië wordt verscheept. Wanneer ik op de kruising met de havenstraat kom, moet ik stoppen voor een zwarte Limcousine. Het raampje is los en ik herken burgemeester tha_gecko. De Limco rijdt verder, ook richting de haven.
Als we bij de haven aangekomen zijn, stopt de Limco en tha_gecko stapt uit. Hij kijkt naar mijn truck en ziet dat ik erin zit en hij groet me. Daarna loopt hij richting de luxe kamers van de boot. Ik wacht even tot de kapitein, J_Heemelaar naar me toe komt. Hij ziet mijn truck met Russisch kenteken staan en begint opeens Russisch te schreeuwen. Als ik mijn hoofd uit het raampje steek wordt het opeens stil. Wat doe jij in die truck? vraagt J_Heemelaar. Wachten op jou, zeg ik lacherig en ik vertel hem het verhaal van het ongeluk
Als we uit zijn gepraat laat J_Heemelaar me de boot in. Ik loop richting de bar, als ik opeens 5 schoten hoor van het parkeerdek. Een paar seconden later ren ik met 5 mensen richting het parkeerdek. Daar treffen we een bloedende tha_gecko aan. Mijn been, schreeuwt hij. Snel brengen we hem richting de ziekenboeg en vertellen de dokter wat er gebeurd is.
Na een half uur zie ik de Cyberische kust. Achter me hoor ik gekraak: tha_gecko komt met een gespalkt been en 2 krukken het dek op. Ik vraag aan hem wat er precies is gebeurd. Ik stond op het dek van het uitzicht te genieten, toen er opeens een gewapende man achter me stond, die opeens als een dolle begon te schieten. Echt mikken kon hij niet, hij heeft alleen mijn been geraakt. Daarna rende hij hard weg richting het parkeerdek, antwoordde de Digitaliaanse Mayor. Ik blijf nog even kijken op het dek en zie dat Cyberië steeds dichterbij komt. Daarna loop ik weer richting het parkeerdek en klim weer in mijn truck. Na 5 minuten gaat de klep van het schip open en ik start mijn motor. Op naar Cyberië.