Auteur: Lion King
Wanneer we de opgestelde richtlijnen van de minister onder de loep nemen, zien we een opmerkelijke trend. Indien er nieuwe ministersposten vervuld moeten worden, onderscheiden deze `nieuwelingen` zich vooral in het afzetten tegen het vorige beleid van hun voorganger. Gevolg daarvan is veelal dat de opgestelde richtlijnen van de voorganger metterdaad overboord worden gegooid, omdat er zonodig een nieuwe wind moet waaien en men natuurlijk véél beter weet welke voorwaarden in deze richtlijnen opgesteld moeten worden dan hun voorganger. Aldus de `nieuwelingen`.
Als we inhoudelijk kijken naar deze verfrissende, nieuwe richtlijnen, rijzen mijn haren soms ter berge. Als voorbeeld de Minister van Financieën. Eén van zijn optimistische voorwaarden luidt: Als een verzekeringskantoor voorwaarden wil wijzigen, dient men dit vooraf te melden bij de minister, welke daarna moet instemmen met deze wijziging. Deze voorwaarden mogen 1x in de 48 uur gewijzigd worden. Het woord `wijzigen` houdt mijn inziens in (en de Dikke Van Dale geeft mij hierin gelijk): het veranderen van een bestaande situatie. Dus als er een verzekeringskantoor wordt opgericht mét bijbehorende voorwaarden houdt dit géén wijziging in. Bovendien is er géén sprake van een bestaande situatie, immers het kantoor wordt opgericht. Dus er is 1 x gewijzigd, wat volgens de Richtlijnen wordt toegestaan.
Desalniettemin ziet de Minister dit in een concrete casus anders en legt een boete op van 750 ISH. De verzekeraar gaat hier tegen in beroep met onder meer als argument de hiervoor genoemde interpretatie van de Richtlijnen. De rechter komt met een uitspraak waar onder meer staat: Hieraan dient de boete te worden aangepast alsmede de Richtlijnen. Volgens ieder weldenkend mens houdt dit in dat de boete van 750 ISH moet worden aangepast en als gevolg van de opgelegde boete ook de Richtlijnen. Integendeel, de minister legt een extra boete van 50 ISH op boven de boete van 750 ISH, wegens niet betaling van die boete. Ook de rechter kiest, na eerst het tegendeel te beweren, de kant van de minister.
Dit alles analyserend, bekruipt mij een eigenaardig gevoel. Allereerst de opgelegde boete van de Minister. Er is hier absoluut géén sprake van een overtreding van de Richtlijnen, als men deze letterlijk én op de juiste wijze interpreteert. Niet geheel onbelangrijk om te vermelden is dat de voorwaarden van het verzekeringskantoor juist in het voordeel van de potentiële klanten werkten!
Door het volkomen blindstaren op hun eigen goeddunken en soevereiniteit, bestaat er daarnaast geen enkele coulance op dit gebied. Een van de redenen zou kunnen zijn dat de Minister handelt uit frustratie, maar een evenzo kwalijke zaak is wel dat hij misbruik maakt van zijn (machts)functie. Door wat? Als argeloze burger lijkt het soms dat de vriendjespolitiek hoogtij viert. Ik kan dit niet hard maken, dus laat ik het aan u over om in te vullen.
Dan de rechter. Is het niet vreemd dat hij een uitspraak doet die voor tweëerlei uitleg vatbaar is? Is het niet vreemd dat hij in eerste instantie voorbij gaat aan het argument van het wijzigen van de voorwaarden en in tweede instantie de verzekeraar bijvalt in de aanpassing van de boete en in derde instantie de Minister bijvalt en dus de verzekeraar afvalt?
Dit alles is misschien voor diegenen volstrekt normaal, maar ik vind dit een zeer opmerkelijke en kwalijke zaak. Als ik de desbetreffende personen goed inschat, zullen zij niet snel bij zichzelf te rade gaan en al helemaal niet de hand in eigen boezem steken. Sterker nog: Je kunt er gif op in nemen dat zij in deze dingen volharden. Immers, zij hebben macht. En wie macht heeft, heeft toch altijd gelijk?