Auteur: Ancient
Wat een partij behaalt in de verkiezingen kun je opschrijven in stemmen-aantallen: honderdduizenden per partij, of in percentages: tot in vijf cijfers achter de komma. Maar
uiteindelijk moet het vertaald worden naar kamerzetels, afgerond naar gehele getallen tussen nul en honderdvijftig. Dit vergt een rekenpartijtje. Hoe dit gaat, staat heel precies
omschreven in de wet. En het wonderlijke is: daar komt geen enkele formule in voor!
Kiesdeler en restzetels
Het verdelen van zetels is een omslachtig werkje, maar hoe het begint, zal iedereen wel kunnen vertellen. Deel het totaal aantal geldige stemmen door het aantal zetels dat te
verdelen valt, en wat je dan krijgt noemen we de kiesdeler. Het is �de prijs� voor een zetel,
het aantal stemmen dat je moet neertellen per zetel die je wilt bezetten. Als bijvoorbeeld 130 geldige stemmen zijn uitgebracht voor de 13 zetels, dan is de kiesdeler 10. Een partij met 48 stemmen heeft dan in eerste instantie recht op 4 zetels: die partij is namelijk in staat 4 maal 10 stemmen neer te tellen.
Reststemmen en restzetels
En dan houdt de partij er nog 8 duizend over. Alle partijen houden wel wat over: dat een partij precies een veelvoud van de kiesdeler heeft is een vrij theoretische situatie. Ieder blijft dus met reststemmen zitten. Anders gezegd: niet alle zetels worden in eerste instantie bezet: er blijven er enkele leeg, de zogenaamde restzetels. En je begrijpt dat bij het verdelen van de restzetels het proces ingewikkelder wordt.
Restzetels verdelen naar grootste rest
Een voor de hand liggende manier van doen is als volgt: je zet de partijen (ongeacht hoeveel
zetels ze al hebben) op volgorde van aantal reststemmen, die met het grootste aantal reststemmen
voorop. En dan begin je vooraan in die rij met het uitdelen van de restzetels, de een
na de ander, totdat ze op zijn. Klaar.