Auteur: De geheime gezant
Aan het begin van deze handelsperiode ben ik aangekomen in de Federatie. Mijn vertrekpunt waren de Carolinen, een kleine eilandengroep ten oosten van de Federatie. De afgelopen dagen heb ik rondgereisd en ben in verschillende steden geweest. Wat mij het meeste opviel was de natuurlijke rijkdom die ik overal aantrof. Op de Carolinen treft men zelden iets in de grond aan, misschien 8 tot 12 stukken bruikbaar ijzererts per kavel en de hoeveelheid goud ligt gemiddeld op 1 tot 3 klompjes. Diamanten kennen wij niet eens en olie moeten we altijd importeren. Maar in deze Federatie lijken de economische mogelijkheden ten overvloede aanwezig.
De enige grondstoffen die wij op de Carolinen ten overvloedde hebben worden gebruikt voor het vervadigen van buskruit en baksteen. De Digitaliaanse wapenhandel is vergeleken bij die van ons nog kleiner dan �klein duimpje�. Per jaar word er door ons voor ongeveer 24 miljoenen C-shells aan wapentuig geëxporteerd (dit staat ongeveer gelijk aan 5 miljoen I-Shell). En met deze exportinkomsten kunnen wij een uitstekend leger onderhouden.
Wat mij voorts nog opviel was de politieke regelingen die de Federatie bij elkaar houden. Elk land heeft een compleet verschillend bestuurssysteem en bureaucratisch apparaat. Het enige waar alle drie de regeringen het over eens zijn, is dat �nieuwe vreemdelingen� welkom zijn in de Federatie. Potentiële inwoners worden hoogst vriendelijk behandeld en iedereen heeft vertrouwen in de toekomst. Dit vertrouwen is natuurlijk niet onterecht, zolang de winsten die men behaald met de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen verstandig geïnvesteerd worden, zal een gouden toekomst verzekerd zijn.