Auteur: Whooty
Het was een heldere nacht, de maan wierp een beetje licht op een van de kleine steegjes van Eurodam. Iedereen sliep en alles leek stil, op een paar kroegen na. Ik liep rustig door het steegje, net terug van de vele overuren die ik draai in het Parlement. Ik keek naar de sterren die trots in de lucht fonkelden. Zo mooi en rustig was het hier overdag niet, realiseerde ik me. Ik draaide de Hoofdstraat in en bekeek de vele gigantische winkels, overdag was het hier stervensdruk, recordomzetten werden hier gehaald, maar nu was het stil, verlaten. Op een paar fonkelende rode lichtjes van beveiligingssystemen na was alles donker, een doodnormale nacht zo leek het.
De rust werd echter snel verbroken, uit een van de vele zijstraten sprintte een man tegen mij aan, al zijn papieren vielen op de grond, paniekerig haalde hij zijn handen door zijn haar. Hij besloot dat de papieren niet belangrijk genoeg waren en rende verder alsof hij een stel wolven achter zich aan had. Nog geen tien seconden nadat de man in een ander zijstraatje was verdwenen, scheurde er een zwarte BMC langs, en daar stond ik dan, in de hulst van de nacht, getroffen door verwarring. Ik had geen idee wat er zojuist gebeurd was, het leek me redelijk belangrijk dus ik raapte de documenten op en nam ze mee naar huis.