Een impressie van economische theorie achter Miniconomy

Auteur: Harrod

Velen van u, als lezers van dit artikel, zullen bekend zijn met wat economische theorieën. Eén van deze theorieën hoop ik aan de hand van een voor ons bekend voorbeeld te illustreren.
De marktvorm die in Miniconomy de boventoon voert is de oligopolie. Een oligopolie ontstaat als er veel vragers zijn op de markt van een bepaald product maar slechts enkele aanbieders. In Miniconomy zien we dit verschijnsel zeer vaak naar voren komen. Enkele grote producenten leveren precies hetzelfde product aan een grote afzetmarkt. Om precies te zijn spreken we dus van een homogeen oligopolie. De steentjes van persoon X zijn niet anders van samenstelling dan de steentjes van persoon Y.
Wat heeft dit nu voor gevolgen? Als de markt volledig vrij zijn werk zou doen ontstaat een bekend verschijnsel. In eerste instantie zullen de aanbieders allemaal dezelfde prijs hanteren. Als dit is afgesproken is er sprake van een illegale handeling, het gaat dan immers om het vormen van een prijskartel om kunstmatig de prijs hoog te houden en zo de consument een poot uit te draaien.
In de praktijk zien we echter na een aantal dagen toetreding in de markt plaatsvinden, nieuwe aanbieders krijgen lucht van de fikse winsten die behaald worden en betreden de markt. Vaak zetten die de prijs een beetje lager dan de gevestigde orde. Zo ontstaat er een prijsoorlog. Waar ligt dan de theoretische minimumprijs? De economische wetenschap weet dat haarfijn te analyseren: daar waar de meeste producenten nog net winst kunnen maken, de markt is daardoor onaantrekkelijk voor toetreders en de prijs zal stabiliseren.
Toch zien we dat de economische theorie niet helemaal opgaat, dit komt voornamelijk door de individuele kortingen die gegeven kunnen worden aan bepaalde klanten. Ook een eventueel verschil in BTW tussen steden heeft een verstorend effect op de markt. De positie in de winkelstraat, verkregen door marketing zorgt tevens voor een kleine onevenwichtigheid. Dit maakt het spel een stuk interessanter omdat het minder doorzichtig wordt.
De economen Pareto en Nash (de laatste was eigenlijk een wiskundige) hebben in hun micro-economische theorieën al lang geleden bewezen dat als een individuele leverancier zich niet houdt aan de (informele) prijsafspraken hij beter af is dan als hij dat wel zou doen. Zijn vermindering van de prijs zorgt immers voor een buitenproportionele afzetstijging en zo voor een hogere omzet.
Hoe kunt u, met deze wetenschap in uw achterzak, beter worden dan the hawk? Dat weet ik natuurlijk niet. Wel weet ik dat er altijd personen zijn die anderen met een lagere prijs betichten van ‘het verzieken van de markt’, ik hoop dat u begrepen hebt dat dit, zuiver economisch gezien, pertinent onjuist is.