Auteur: bonanza
De meeste Cyberische politieke partijen zijn het al periodes eens over het feit dat de veiligheid primeert op direct geldgewin en zetten om die reden een rem op de ontwikkeling van havens. Vorige handelsperiode werd er een taks ingevoerd op het bezit van een haven en werd er, net zoals vandaag, politieke druk uitgeoefend op de mayors om geen havenweg aan te leggen. Enkele Parlementsleden van coalitiepartij LiDe, die dat beleid steeds gesteund heeft, beginnen nu openlijk in vraag te stellen of dit wel de juiste methode is.
De kritiek situeert zich op diverse punten. Ten eerste is de criminaliteit in Cyberië ontzettend laag. Dat is een goede evolutie, maar het maakt de veiligheidsindustrie (camera’s, alarmen en kogelvrije vesten) kapot. Als gebruikers van veel andere materialen heeft dit een invloed op haast de volledige Cyberische economie en alle Cyberische handelaren. Het stimuleren van deze sector zou aldus alle Cyberiërs ten goede komen.
Ten tweede tast het onze internationale handelsrelaties aan. Daar waar Cyberië vroeger op de barricade ging staan tegen het Ibishaanse beleid om zich af te sluiten van de rest van de Federatie uit schrik voor veiligheid, is de situatie tegenwoordig volledig omgedraaid. Ibisha heeft als een van de eerste een haven (na Digitalië) en Cyberië stelt de bouw ervan steeds maar uit met hoge boetes aan de eigenaren en de burgemeesters. Misschien moeten we leren van onze eigen argumenten zoveel periodes geleden dat internationale handel iedereen ten goede komt, omdat het de hele economie stimuleert.
Ten derde leveren criminele acties de schatkist zeer veel geld op. Het is niet zo verwonderlijk dat Digitalië reeds vroeg in de handelsperiode uit de rode cijfers is. De boetes na het schieten en stelen leveren de staatskas immers veel geld op en aangezien de boetes in Cyberië nog hoger zijn, zou dit een potentiële goudmijn kunnen zijn. Aan de andere kant moet er ook rekening gehouden worden met de schade aan onschuldigen die dat mogelijk met zich meebrengt. Een kosten-batenanalyse zou geen gek idee zijn.
Verder bordurend op de vorige conclusie, moeten de politici eerlijk bekennen dat vooral zij het slachtoffer zijn van de schiet- en bompartijen en niet zozeer de gemiddelde Cyberische handelaar. Offeren de politici dus de goede handelskansen van hun handelaren op om hun eigen hachje te redden? Dat zou verwerpelijk zijn. Ook hier kan een bedenking geplaatst worden. Het openen van de grenzen laat ook dieven toe en die treffen de Cyberische handelaar wél. Aangezien Digitalië erg hiërarchisch opgebouwd is, kan er misschien een afspraak gemaakt worden dat stelen uit Cyberische winkels ‘not done’ is.
Ten vijfde hebben we de meest verwerpelijke constatering. Cyberië beweert nu al verscheidene handelsperiodes dat het wat aan het veiligheidsbeleid gaat doen, maar er komt niets van. Ook deze periode wordt er gezegd dat havens pas worden toegelaten vanaf het moment dat er een bepaald aantal officers en ziekenhuizen is, maar er wordt geen beleid uitgestippeld om deze doelen concreet te bereiken. Het is een soort middel om het bouwen van de haven te kunnen uitstellen, een uitstelbeleid dus, geen concrete daden.
Er is of was amper discussie in het Parlement over hoe de problemen kunnen aangepakt worden en hoe we in de toekomst de internationale handel snel kunnen opstarten, want iedereen is het er over eens dat die handel voor iedereen voordelen met zich mee brengt.
Kabinet en Parlement, dit is een oproep om werk te maken van een degelijk veiligheidsbeleid zodat Cyberië het veiligste land van de Federatie kan zijn én tegelijkertijd kan ingeschakeld worden in de internationale handel zodat we weer kunnen meedingen naar de topplekken op de eindlijst!