Auteur: grondstoffenman
Het is twaalf uur ’s nachts en de straten van Monapoli beginnen al uitgestorven te raken. In een schuurtje langs een afgelegen straatje wordt er echter nog druk gewerkt door iemand. Het is een man met een wat ravelige broek. Zijn handen zitten onder het eelt van de vele dagen werk en onder zijn ogen zijn dikke wallen te zien, omdat hij zo weinig slaapt. Zijn naam is Erwin. Hij is een hard werkende ambachtsman, die in heel De Federatie bekent staat om zijn gereedschappen van goede kwaliteit. Hij bergt zijn spullen op om toch maar naar bed te gaan en loopt de trap op. Verstokt blijft hij staan als hij op zijn bed een briefje ziet liggen.
“Je gaat geen zagen meer maken, of je zal niet meer ontwaken”
Geschrokken rent Erwin naar beneden om te kijken of zijn voorraad zagen er nog ligt. Zachtjes verstopt hij ze en hij besluit in zijn schuilkelder te gaan slapen.
Noestig loopt de staatsman heen en weer in zijn ontvangstruimte. “Die verdraaide Cyberische president met z’n stommen wetten” roept hij. “Wat is er majesteit?” vraagt z’n hofmeester Timo. “Ze hebben weer eens de boetes verhoogd, en daarbij moeten ook nog eens alle Digitalianen gefouilleerd worden. Het is een schande hoe wij gediscrimineerd worden in dat prutsland.” “Nou, Majesteit,” zegt Timo stotterend, “ik weet nog wel wat. Ik dring het paleis binnen en maak die president een kopje kleiner.” “Maar Timo,” zegt de koning, “ik wil geen oorlog. Ik wil geen mot met mijn vrouw, die wordt woedend als we weer oorlog krijgen.”
Langzaam draait Timo zich om, en zonder te buigen verlaat hij het paleis. Slenterend door de hoofdstraat ziet hij de beeldschone en beruchte crimineel Nicole staan. Langzaam loopt hij naar haar toe. Dat zou weleens van pas kunnen komen bij de vrijgezelle president…