Outlaw bonanza

Auteur: bonanza

bonanza een Digitaliaan? Ik geef het toe. Mocht je me tien handelsperiodes geleden gevraagd hebben of ik het zelfs nog maar zou overwegen, had ik je op hoongelach onthaald. En toch bleek er drie handelsperiodes geleden een schroef niet helemaal goed aangedraaid te zijn toen ik besloot om mijn kansen in het land van wapens en bommen te wagen. bonanza goes western, elke morgen wakker wordend met die heerlijk prikkende kruitdampen in de neus.

Bekentenis twee: Mijn plotse internationale wending is zeker deels te wijten aan een fascinatie voor het buitenland dat ik alles behalve goed ken. Als rasechte Cyberiër heb ik steeds in Cyberië gewoond, het Digitaliaanse geweld verfoeid, lacherig gedaan over de Virtuaanse politiek en eigenlijk nooit rekening gehouden met Ibisha. Kort door de bocht gezegd de visie van de gemiddelde Cybericentrische Cyberische politicus. Toch was er ook een andere reden die zo mogelijk nog sterker heeft gespeeld. Ik geef het niet graag toe, maar ik was Cyberië beu. Het moddergooien in de politiek en de redelijk aangebrande posts in clubs en op de chat, het was even genoeg geweest.

Oorspronkelijk wilde ik mijn reis in Virtua beginnen om wat af te kicken van de Cyberische politiek. Echter besefte ik zelf al snel dat ze daar een Cyberische moddergooiende politicus niet zo graag zouden zien komen en dat ik eigenlijk beter even helemaal weg zou gaan van politiek in het algemeen. Geen betere plek dan Digitalië waar van democratie geen sprake is en waar politici eerder een wandelende schietschijf zijn dan een respectvol beroep uitoefenen. De twee geladen pistolen van iamthebest4 en sugarfree die op mijn hoofd gericht waren toen ik op het punt stond te verhuizen, trokken me finaal over de streep om te kiezen voor het land waar mijn naam eigenlijk altijd al voor bestemd was.

Zo gezegd, zo gedaan. Bij de start van handelsperiode 102 had ik me Digitaliaans uitgedost. Hoed op het hoofd, een paard met zadel en twee pistolen aan m’n riem. Ik voelde me er helemaal klaar voor en vertrok van de aanlegkade richting Monapoli. Onderweg kwam ik iamthebest4 tegen die me wees op enkele cruciale fouten. Ten eerste mogen alleen criminal masterminds een hoed (met cape) dragen. Ten tweede rijdt niemand op een paard, maar wel met snelle bolides om de Cyberische en Virtuaanse politie te snel af te zijn. En tot slot waren mijn pistolen ongeladen (ik had geen idee hoe ik die koperen bonen daarin moest zien te krijgen). Met andere woorden: Ik zag er belachelijk uit en hij voorspelde dat ik vanaf het eerste vuurgevecht al omver geblazen zou worden.

Aangekomen in Monapoli besefte ik dat ik nog een cruciale fout had gemaakt. Ik had een pietluttig dorpje midden in de woestijn verwacht, met houten winkels, banken en saloons. Dom. Alles zag er net zo nieuw uit als in Eurodam (of Bahthoevedorp om de bekendheid en het aantal hits voor die mooie stad toch weer wat te verhogen) en de inwoners waren net zo gedreven. Ook hier werd driftig hout, ijzer en steen gehandeld, hoewel ik altijd dacht dat de handel zich beperkte tot kruit, pistolen en bommen. Burgemeester sugarfree stond zijn kersverse inwoners op te wachten en raadde me meteen aan om te gaan handelen “omdat je anders het einde van de week niet haalt.” Met grote dollartekens in de ogen stelde ik voor om in kogelvrije vesten te gaan handelen, die ongetwijfeld als zoete broodjes over de toog zouden gaan. Dom nummer 2. Er heerst een wettelijk verbod op deze achterlijke Cyberische uitvinding voor zwakkelingen.

Ik moet er ongetwijfeld redelijk hulpeloos hebben uitgezien op mijn paard en met mijn slechte ideeën, want sugarfree stelde meteen voor om me in bescherming te nemen. Ditmaal moest ik geen genoegen nemen met de befaamde kelder, maar kreeg ik een mooie kamer met kogelvrij glas. Hij besefte ook dat ik nog redelijk aan het afkicken was van mijn politieke ervaring in Cyberië en besloot me zowaar Senator voor Monapoli te maken. Ik zag de enorme macht en mogelijkheden meteen mijn kant oprollen, maar kwam na een korte studie van het wetboek helemaal gedesillusioneerd terug naar huis. Koning minimize had alle macht in handen, Senatoren waren meer een soort harlekijnen die hem mochten plezieren wanneer daar om gevraagd werd. Enig lichtpuntje: Elke week zou er het mooie bedrag van 3.333 ISH op mijn bankrekening worden bijgezet, wat me gezien mijn fantastische handelskwaliteiten niet zo slecht uitkwam.

Toch zou al snel blijken dat een dergelijke peulenschil niet voldoende zou zijn. Telkens wanneer ik de tuin in ging om wat olie op te graven voor mijn exploderende benzinehandel, floten de kogels rond mijn hoofd en werd ik zelfs enkele keren geraakt door onder meer mijn goede vriend You know me. Gelukkig kon ik rekenen op mijn beschermheer sugarfree. De inwonende officer iamthebest4 wist alle criminelen buiten te houden, maar kon me jammer genoeg wegens tijdsgebrek niet vergezellen richting de Senaat, waardoor mijn activiteit daar te vergelijken was met dat van een gemiddeld Cyberisch Parlementslid.

Maar niet alles ging slecht. Ik heb wel genoten van de andere activiteiten. Het was uiterst boeiend om eens mee te lezen over het plannen van aanslagen tegen Cyberische politici. Echt oprecht meejuichen met neergevallen doelwitten kon ik nog niet, maar ik ben wel beginnen beseffen dat het schieten een onderdeel is van de Digitaliaanse én de Cyberische cultuur. Die rivaliteit moet er altijd zijn en ook de voortdurende angst om beschoten te worden als politicus hoort er bij. Hoewel meermaals gevraagd ben ik niet op het verzoek ingegaan om zelf ook eens wat schoten te lossen. Dat leek me toch net een stap te ver gaan en bovendien ben ik gesteld op mijn huidige status. Dat vonden ze in Digitalië verschrikkelijk Cyberisch en zwak en het versterkte mijn vermoeden dat ik nooit echt zou gaan thuishoren op Digitaliaans grondgebied.

Op het einde van handelsperiode 103 besloot ik dan maar om stilletjes mijn koffers te pakken. Hoewel ik het twee handelsperiodes zonder problemen heb uitgezeten en tot de conclusie ben gekomen dat Digitaliaanse politici zwaar onderbetaald zijn, voel ik niet langer de ambitie mijn geluk nog langer op de proef te stellen. Gezeten in het zadel en hoed op het hoofd ben ik verder het zuiden ingetrokken richting Virtua, al neuriënd ‘Lonesome cowboy’, dat ik voor eeuwig achter me zou laten.