Handelsperiode 112, het Vonnis

Auteur: Schaijkfire

Het is de laatste vrijdag van de handelsperiode, terwijl ik rustig mijn werkkamer in Zwollar opruim is het tijd om terug te kijken op handelsperiode 112, en dan vooral het doen en laten van “mijn” ministerie van Justitie.

Het woord “mijn” staat bewust tussen aanhalingstekens, hoewel een minister de leiding krijgt over een ministerie blijft het eigendom van het volk. Het volk kan mij “mijn” ministerie elk moment afpakken door middel van haar volksvertegenwoordigers. Dat was ook mijn insteek tijdens mijn ambtsperiode, minister zijn Latijnse betekenis teruggeven, die van dienaar, dienaar van het volk en dienaar van de rechtsstaat.
Terwijl ik nu rondkijk in mijn bijna lege werkkamer zie ik een grote lege dossierkast met maar twee dossiers erin genaamd “Rechtszaak 1” en “Rechtszaak 2”. Toen bij het in gebruik nemen van mijn werkkamer de parlementaire timmerman vroeg hoeveel dossiers mijn van Zwollars eikenhouten dossierkast moest kunnen onderbrengen, zei ik voorzichtig 6 tot 8. Terugkijkende, kan ik stellen dat zelfs dit overmoed was. Misschien past dit ook wel bij de op sociaal gebied rustige handelsperiode 112.

Nu ik het oud papier weggooi, kom ik toch wel het grootste probleem van mijn periode als “dienaar” tegen. Terwijl ik mijn prullenbak leeggooi in de daarvoor bestemde papierbak vallen er talloze brieven uit. Deze brieven waren stuk voor stuk gericht aan de Cyberische rechtsgeleerden waarin ik ze vroeg al dan niet smeekte om de functie van rechter of openbaar aanklager op zich te nemen. Gelukkig vond ik na een lange zoektocht 3 bekwamen rechters en een scherpe openbaar aanklager, deze wil ik alle vier bedanken voor hun inzet voor de Cyberische rechtsstaat. Desalniettemin vormt het steeds kleiner wordende aantal rechtsgeleerden een groot probleem, zeker omdat de weinigen die in het bezit zijn van de juiste papieren er vaak al een andere functie op na houden. Iets wat de onafhankelijkheid van de rechtsstaat in het geding kan brengen. Het zal dus ook een gezamenlijke taak van de minister van onderwijs en zijn collega op justitie moeten worden om te zorgen dat er voldoende rechtsgeleerden komen en blijven.

Al met al was handelsperiode 112 op juridisch gebied een rustige ronde die weinig archiefruimte zal innemen. Ik wil het parlement en daarmee het Cyberisch volk bedanken voor haar vertrouwen in mij en wens ze ook een fijne week rust toe in hun thuisland.

Schaijkfire,
Minister van Justitie