Auteur: Eindredacteur
Kronenburg – De premier van de eilandengroep niet ver van onze Federatie bracht onlangs een bezoek aan onze Federatie. De speelgoedindustrie van onze landen is zo kwalitatief dat de radiobestuurbare vliegtuigen voor een internationale wedstrijd door ons geleverd konden worden.
Tijdens zijn bezoek sprak uw krant met hem en vroeg hem hoe hij wist van onze speelgoedindustrie. “Iedereen kent de spelletjesfabriek van Kronenburg. Het plastic dat daar gebruikt wordt is bijzonder en zorgt voor haast onverwoestbaar speelgoed. Mijn Japanse collega is hier ooit geweest om zich te bemoeien met een oorlog. Welnu, ik kom hier om jullie te betrekken in een oorlog.”
Een oorlog, dat klinkt foute boel, ik vroeg maar meteen door. “Niet een oorlog zoals in het Midden-Oosten, nee, het betreft een handelsoorlog. Onze eilanden hebben dezelfde problematiek als die van jullie Federatie. Ze beconcurreren elkaar waardoor bepaalde eilanden achterop geraken. Namens het Nieuw-Zeelands kabinet vroeg ik me af hoe jullie deze interne strijd aanpakken. Misschien dat we er van kunnen leren en er allebei op vooruitgaan.”
Aha, dus de premier vraagt eigenlijk of we economische experts kunnen sturen die hem helpen. “Nou, niet bepaald. Maar meer om een discussie los te maken over hoe het nou echt verdeeld moet worden. Moeten we ons focussen op 1 eiland of op het gehele land?” Ik gaf hem als raad mee dat focussen op 1 eiland niet altijd handig is, je moet het gehele land, of in ons geval de gehele Federatie, erbij betrekken maar toch ervoor zorgen dat het eiland dat je wilt ondersteunen niet te veel lijdt aan de totale betrekking.