De Toren van Ba… euh Sesam

Auteur: Sesam

Zwollar – Eerder deze ronde had ik ernstige twijfels over hotels. Hoewel ik zelf mee aan de basis van het idee stond, was m’n eerste hotel geen onverdeeld succes: driekwart van de kamers stonden leeg en het beloofde me handenvol geld te gaan kosten. Maar zoals met elke zakelijke onderneming bleek het gewoon een kwestie van finetuning te zijn om tot winstgevendheid te komen.

Winst
Eens ik door had dat zowel toeristen als echte landgenoten voor de goedkopere kamers opteren, kon ik me daar toe wapenen. De duurdere kamers gingen naar het laagste tarief wat onmiddellijk tot verhuring zorgde, en de nieuwe kamers aan aanbouw werden allemaal budgetkamers. Het gevolg: elke dag stroomden kleine bedragen trefzeker binnen.

Als er één iets is wat elke grote ondernemer weet, is dan dat veel kleine bedragen op frequente basis snel een groot bedrag vormen. Bestel maar eens honderd keer honderd dozijn springballen in China. Je zal schrikken wat voor container er voor je deur afgeleverd wordt…
Bovenop m’n dagelijkse salaris van 100 ish kon ik dus rekenen op een paar honderden ish extra inkomsten. En snel werd de kaap van de 1000 ish gebroken, en nog steeds stijgt het bedrag. Want hoe hoger m’n toren wordt, hoe hogere ook de minimumbedragen die toeristen bereid zijn te betalen.

Laatste week
Iedereen weet dat de laatste week van een ronde de handel stil ligt. Je verdient letterlijk geen hol. Hier en daar is er een verdwaalde toerist, maar dat is het zo wel een beetje. Jarenlang kon je er prat op gaan dat de positie in de ranglijst die je aannam op de zevende dag voor het eind van de ronde zo’n beetje jouw eindpositie zou zijn. Hotels hebben dat veranderd.
Terwijl andere spelers geen inkomsten meer hebben, blijft de cash hier binnen stromen. Op die zeven dagen tijd heb ik m’n positie met amper handel zeven plaatsen zien stijgen. Puur op de inkomsten van m’n hotel.
Voor het eerst in jaren heb ik het gevoel dat we op een punt staan om de inactiviteit tijdens die laatste week een halt toe te roepen.
Want hoteleigenaars willen verder bouwen aan hun toren, en dus moeten de winkeltjes wel netjes vol liggen.

Conclusie
Investeer niet in hotels. Laat dat maar over aan nonkel Sesam. Het concept van slapend rijk worden is nooit zo tastbaar geworden als met hotels. Je hoeft niet constant je winkels te vullen en op zoek naar onvindbare grondstoffen of onderhandelen met onbetrouwbare leveranciers over procentjes en amper te drukken prijzen. Je poot je hotel neer en doet je ding. Het is te zeggen: ik poot mijn hotel neer en doe m’n ding. Jullie gaan verder handelen als onwetende sloebers en huren een goedkoop kamertje in het huisje van nonkel Sesam. En terwijl jullie je uit het zweet werken word ik slapend rijk…

PS Maar zorg verdomme dat jullie lamlendig kleine winkeltjes volliggen, anders kan ik aan m’n toren niet bouwen.