Auteur: Torpedo 7
Ik liep eenzaam door de straten van Ibisha, niemand of niemand te zien…
Het was misschien wel de mist die boven het eiland hing die mijn gevoel versterkte, afgezien van de een enkele misthoorn die ik in de verte hoorde. Ik voelde me eenzaam en alleen.
In mijn winkeltje had ik even al de interesse verloren en dus nam ik mijn valies en contacteerde ik een reisbureau. Ze boden mij een Federatietrip aan. Uit op enig avontuur nam ik deze trip aan en begon ik aan mijn eerste halte, namelijk Virtua.
Aangekomen in Virtua kwam ik al direct een aantal bekenden tegen zoals Lisaa en
Viraxje. De ene begroette me met een vriendelijke lach en de andere met zijn eendje.
Nadat ik enkele monumenten had bezocht en terug naar het hotel ging, hoorde ik enkele rake schoten. Blijkbaar vuurde iemand zijn machinegeweer leeg op G.Glansrijk. Na dit voorval besloot ik zo snel mogelijk terug naar mijn hotel te gaan omdat ik mijn eigen geweer was vergeten mee te brengen. Na enkele dagen vertrok ik richting voor een ééndags-bezoek aan Cyberië.
Nadat ik de voornaamste plekken bezocht had en met mijn klein huurautootje door de bossen was gereden, moest ik mijn boot naar Digitalie halen. Deze kon ik maar net nemen want één minuut later en ik was te laat.
Eindelijk aangekomen in Digitalië waren er al een aantal mensen blij me te zien. Na eerst even een vervelende man te hebben ontlopen die maar steeds bleef doorzagen over zijn steen, geraakte ik uiteindelijk aan het eerste punt van mijn agenda. Het aankopen van kruit en verschillende soorten schietgeweren. Nadat ik wat kruit had opgestuurd zat ik nog met een klein verzendingsprobleempje met de geweren. Maar ja, dat werd gelukkig vlug opgelost door mijn opgedane ervaring van de vorige jaren in Digitalië. Nadat ik nog enkele andere dingen had gekocht zoals alarmen en lederen vesten kwam ik aan mijn tweede belangrijk punt op mijn agenda en dat was oude bekenden opzoeken. Aan de vooravond van mijn vertrek zat ik samen met Seison in de bar.
Na wat gedronken te hebben kwam er steeds meer bekend volk binnen. Je kent het wel, het werd tot laat in de nacht dat we in de bar bleven zitten. Een voor een namen ze afscheid en uiteindelijk was ik ook gedwongen om te vertrekken.
Dronken liep ik naar het hotelletje waarin ik overnachtte, maar onderweg werd ik weer gevolgd door die ene man die steeds reclame maakt en hij bleef me maar achtervolgen. Dus ik liep zo recht als ik nog kon (niet dus), tot ik een hoek om kwam. Daar trok ik mijn revolver, mijn oude trouwe knaller, en wachtte hem op. Na enkele spannende seconden kwam hij ook de hoek om met een revolver in zijn hand. Hij keek me geschrokken aan en het geweer in mijn hand maakte een knallend geluid, een lichtflits en hij lag op de grond. Zonder hem één blik te gunnen draaide ik me om en liep verder. Deze keer was ik zeer nuchter. Een beetje verder kwam er een politiecombi voorbij gereden. Die had zeker het schot gehoord. Maar toen ik honderd meter verder op het kruispunt kwam zag ik dat ze een controle hielden en dat iedereen moest blazen. Deze keer was ik erbij. Ik kon geen kant meer op. Ik besloot dat ik maar beter opgepakt kon worden wegens dronkenschap dan als moordenaar. En natuurlijk werd ik gesnapt en kon ik mijn roes in de cel uitslapen. Aangekomen in mijn hotel kreeg ik een berichtje dat er problemen waren met de boot en dat ik misschien nog enkele dagen langer zou moeten overnachten. Tot die tijd, totdat ik veilig weer in mijn eigen huis zou slapen, breng ik mijn ouwe vriend mee die me nog nooit in de steek heeft gelaten, mijne ouwe blaffer.