Auteur: Leader
Waar het zogenaamde kavel-langs-de-weg-probleem in de vorige handelsperiode nogal een probleem was, lijkt ditzelfde probleem zich nu, in de heropbouw na de vulkaanuitbarsting, niet in grote mate meer voor te doen.
Het probleem in het verleden was dat bepaalde handelaren dachten zeer veel geld te kunnen verdienen met het verkopen van dure kavels langs de weg. Iedereen heeft immers een plekje langs de weg nodig om een winkel, clubgebouw of andersoortig gebouw neer te zetten, waardoor de vraag soms wat groter werd dan het aanbod. Beginnende ondernemers kregen het financieel nogal zwaar, doordat zij nauwelijks geld meer over hadden na het kopen van een kavel. Mayors probeerden in die tijd veel te doen aan dit probleem, door onder andere hoge boetes te verbinden aan handelaren die woekerwinsten probeerden te maken op de kavels. Dit werkte maar deels, omdat de kavels van mensen die niet reageerden op de oproepen van mayors, gewoon duur bleven en niet verkocht konden worden. Het was dus nodig om zeer veel wegen aan te leggen om iedereen te kunnen voorzien.
Door verschillende omstandigheden lijkt het probleem van de kavels langs de weg zich nu een stuk minder voor te doen. Ten eerste heeft de overheid ingegrepen door de verkoop van gebouwen enkel nog mogelijk te maken voor Real Estate Agents. Bovendien waren de staten waarmee de steden begonnen al langer dan in de eerste periode, waardoor er in het begin sowieso al genoeg wegen waren. Ten slotte zijn er natuurlijk nog de burgemeester die nu beter weten waar ze aan toe zijn. De meeste steden hebben direct bij het begin van de periode al verordeningen uitgeroepen om de handel aan banden te leggen, maar eigenlijk was dit niet eens nodig. In Kronenburg bijvoorbeeld is er weg genoeg, omdat de burgers ook in beginnen te zien dat zij hun kavels niet voor veel kunnen verkopen. Bovendien kunnen burgemeesters zelf alvast een kavel langs de weg kopen, direct na het bouwen, waardoor die kavels als aansluiting kunnen dienen voor nieuwe wegen.