Auteur: The Socialist
Iedere handelsperiode is het verkrijgen van het budget weer een hele tour. Of het nu een Minister van Financiën is die niks uitvoert, de Veteranen Raad die niet opschiet of de Overheid die even op zich laat wachten, er is bijna altijd wel een reden waarom het Parlement niet direct kan beginnen. Zo was het ook aan het begin van deze handelsperiode.
In de periode voorafgaand aan deze handelsperiode werd er hard gewerkt om de begroting rond te krijgen. Toen deze uiteindelijk gepresenteerd werd waren er nog voldoende dingen die moesten worden aangepast, weggelaten of toegevoegd. Na heel wat discussiëren en overleggen werd dan eindelijk de definitieve begroting gepresenteerd, nog voordat de handelsperiode begonnen was. Ondertussen waren er echter verschillende versies rondgegaan onder Parlementsleden en Veteranen Raad leden. Mede hierdoor werd de begroting afgekeurd, er was namelijk veel onduidelijkheid omtrent welke begroting nu de juiste was. Toen ik na deze afkeuring duidelijkheid schiep bleek dat er weinig veranderd hoefde te worden en kwam de begroting er dan ook moeiteloos door. Er was echter nog één instantie die ervoor moest zorgen dat wij als Parlement over ons budget konden beschikken; de Overheid.
Door miscommunicatie duurde het nog even voordat we ons geld hadden wat voor wat frustratie zorgde, maar toen eindelijk het verlossende bericht kwam dat we ons geld hadden was er toch enige euforie. Nu kon eindelijk het Binnenhof en de Openbare Rechtbank worden gebouwd en is de politiek op gang gekomen, hoewel het Achterkamertje al was gebouwd van persoonlijke gelden.