Ik zat donderdagnamiddag nog wat machines in elkaar te knutselen toen het plots donker werd. Niet op mijn horloge kijkend dacht ik dat ik waarschijnlijk de tijd uit het oog verloren was door de drukte en het was al veel later dan gedacht. Ik wou nog even wat afwerken voor ik ging koken dus deed nog even verder.
Maar plots ging het alarm af in de stad. Ik checkte mijn telefoon om te zien of er ergens melding was van een overval of bom. Maar mijn telefoon had geen ontvangst. Ik hoorde plots ook veel lawaai op straat, ik ging buiten kijken en mensen riepen dat we moesten vluchten naar de boten want dat de vulkaan zou uitbarsten. Een overheidsbeambte reed in zijn Nishan door de stad met de waarschuwing dat we inderdaad gingen evacueren en iedereen in Roebelarendsveen zo snel mogelijk op de boot moest springen.
Ik sloot snel mijn winkel af, liep nog even door de straten om te zien of de rest van de bevolking reeds geëvacueerd was en ging dan zelf ook naar Roebelarendsveen. Eens we de haven uitvoeren zagen we dat er voor de zon een zwarte vlek gekomen was en de vulkaan toch niet echt beefde. Sommige mensen spraken van het einde van Cyberië, anderen hielden het bij een onverwachte zonsverduistering. Enkele uren later verklaarde de overheid het vulkanisch eiland toch terug voor veilig en meerden we weer aan. Even opschudding maar nu gewoon weer verder werken en de verloren tijd inhalen.