Auteur: bonanza
De zelfpretenderende grootste democratie van de Federatie is van het dictatoriale juk verlost. Een handelsperiode van repressie en doofpotoperaties is geëindigd in een politieke moord, zonder twijfel één van de beruchtste ooit. Vrijheid van meningsuiting viert hand in hand feest met openheid en transparantie.
Alleen die hardnekkige internationale contacten lijken nog zout in de pas geheelde wonden te strooien. Wie had gedacht dat die zelfgenoegzame Cyberiërs Virtua en Digitalië erkentelijk zouden zijn voor bewezen prestaties (versta het –niet unaniem- verwerpen van de dictatuur en de veroordeling van de beknotte vrijheden), had het mis. Er werd zowaar door de grootste Thira-tegenstanders in twijfel getrokken of Digitalianen wel het laatste schot hadden gelost. Deze tegenstanders dachten eerder aan een vooraf geplande zelfmoord. Die stelling durven beweren in de Cyberian Embassy, dat is lef hebben. Er volgde een luide discussie, waarna sommige vertegenwoordigers van Digitalië het gebouw woedend verlieten.
Maar ook vertegenwoordigers uit Virtua waren niet gediend van deze Cyberische arrogantie. Zij waren het die de Cyberiërs hadden bevrijd uit de klauwen van de dictator. Al moet je die hulp eerder passief zien. Er was weliswaar veel commotie en er klonken luide veroordelingen, maar daar bleef het ook bij. Indien Thira Fellod niet was neergeschoten (of zelfmoord had gepleegd), konden we nog lang wachten op Virtuanen om ons te bevrijden, zo luidde de stelling.
En toch. Kan je hen iets verwijten? Kunnen Cyberiërs hen iets verwijten? De Virtuanen en Digitalianen hebben gelijk als ze zeggen dat de Cyberiërs zelf helemaal niets hebben gedaan. Akkoord, er waren wat verzetsgroepen, maar wat stelden die voor? Als we hadden moeten wachten op Cyberische actie, zaten we nu nog met die dictator. Er wordt nu volop beweerd ‘Ik had de oplossing. Nog één dag en ik had Thira Fellod afgezet.’ Maar is dat niet wat gemakkelijke toogpraat? De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
Cyberiërs mogen pretenderen dat ze nog steeds het grootste volk en land in de Federatie zijn. Maar tegen een democratisch verkozen dictator waren ze niet opgewassen. Digitalianen mogen beweren dat zij Cyberië van de dictator hebben verlost, maar verloochenen zij dan niet net hun oh-zo-mooie cultuur? Was samenwerken met die dictator niet veel gemakkelijker dan met een logge regering? Virtuanen mogen dan weer op hun beurt beweren dat zonder hen de democratie was verzwolgen, maar wat stellen hun woorden voor als ze op het internationale toneel niet serieus naar waarde worden geschat?
Gelukkig zou daar verandering in moeten komen. Virtua heeft een dialoog voorgesteld tussen de drie landen. De vraag blijft in hoeverre deze zoveelste poging succes zal hebben. De meeste ‘constructieve dialogen’ draaiden uit op een praatbarak, waar geen enkele nuttige oplossing uit voort kwam. Laat ons hopen dat het deze regeringen wel lukt, al is een lichtjes sceptische houding niet wereldvreemd.